CDA-dissidenten van toen: ‘We hebben tien verloren jaren achter de rug’





CDA-dissidenten van toen: ‘We hebben tien verloren jaren achter de rug’

CDA Tien jaar geleden keerde een aantal prominente CDA’ers zich tegen samenwerking met de PVV. De richtingenstrijd die zich toen openbaarde woedt nog steeds. Een gesprek over de ideologische strijd met de ’dissidenten’ van toen.

In de werkkamer van Jan Schinkelshoek, in een hofje aan de Javastraat in Den Haag, lijkt het weer even 2010. De vloer ligt bezaaid met papieren, aantekeningen van fractievergaderingen en uitdraaien van agenda’s van Ad Koppejan. Op de schoot van Kathleen Ferrier ligt een zwarte agenda die tevens fungeerde als dagboek, ook uit die tijd. Voor het eerst in tien jaar is ‘het Javaberaad’ weer bij elkaar.

In dezelfde ruimte zochten tien jaar geleden deze CDA-ers toenadering tot elkaar omdat ze niet wilden dat hun partij zou gaan regeren met de PVV. Hier werden kopjes thee gedronken en adempauzes ingelast, hier werd overnacht als na de zoveelste intensieve fractievergadering de laatste trein al weg was. Wekenlang stonden Koppejan, Ferrier en Schinkelshoek te boek als ‘dissidenten’ omdat ze zich publiekelijk uitspraken tegen samenwerking met de PVV. Ze hadden principieel bezwaar tegen de houding van de PVV tegenover moslims.

Na de Tweede Kamerverkiezingen van juni 2010 lag kabinetsdeelname van het CDA niet voor hand. De VVD had gewonnen en zou de eerste liberale premier in decennia leveren. Het CDA was gehalveerd. De PVV was van 9 naar 24 zetels gegaan en was de tweede partij geworden.

De richtingenstrijd in het CDA die toen wekenlang in het openbaar werd uitgevochten, is tien jaar later nog niet beslecht. Een deel van de partij ziet de winst alleen op rechts. Een ander deel wil de partij nadrukkelijker positioneren in het midden. Schinkelshoek: „Er is nooit een overtuigend antwoord gekomen op de vraag wat voor partij het CDA is. Het waren tien verloren jaren.”

Koppejan is met andere CDA-leden het „eerste ideologische netwerk” binnen de partij begonnen, CDA Midvoor. „De afgelopen tien jaar zijn we afgedreven van onze waarden. Wij willen terug naar waardegedreven politiek.”

Die verkiezingsavond was dramatisch, echt afschuwelijk

Trucje

Terug naar 2010. Koppejan: „Eind juni, een paar weken na de verkiezingen vonden Elly Blanksma (Kamerlid) en ik dat de fractie te weinig informatie kreeg over de formatie. We besloten op gehoorafstand van CDA-voorlichters onze onvrede te uiten. Daarna gingen we op het Plein koffie drinken. En wie komt er toevallig langs geflaneerd? Inderdaad, fractievoorzitter Maxime Verhagen.”

Ferrier: „O, heerlijk.”

Koppejan: „We hadden er zoveel lol in, ons trucje had gewerkt. Ik zei toen tegen Maxime: we gaan toch niet met de PVV hè? ‘Absoluut niet’, zei hij. En: ‘Ik ben ook heel erg tegen de PVV, dat hoef je niet van mij te verwachten.’ En, het is echt ongelooflijk, maar hij zei ook: ‘Ad, luister, áls dat zou gebeuren, dan word jij toch gewoon dissident?’”

Schinkelshoek begint te lachen.

Koppejan: „Dat zei hij! Dissident! Het was natuurlijk een grapje, ik ken Maxime al heel lang. Maar toen het later ook écht gebeurde…”

Schinkelshoek: „..toen vond hij het niet meer zo grappig.”

Ferrier: „Die verkiezingsavond was dramatisch, echt afschuwelijk. Jan Peter Balkenende was geen partijleider meer. Er werd meteen gepraat over wie fractievoorzitter zou worden.”

Koppejan: „De algemene opinie was: wij belanden in de oppositie.”

Schinkelshoek: „Ik had de verkiezingsnederlaag van 1994 meegemaakt, dus ik dacht meteen: we moeten nadenken waar de accenten moeten liggen de komende tijd. Ik vroeg een paar mensen de volgende dag, voor aanvang van de fractievergadering bij elkaar te komen.”

Koppejan, bladerend door zijn agenda: „Dat was 10 juni, van negen tot elf.”

Schinkelshoek: „Ik zie ons nog zitten op het terras van ’t Goude Hooft, met Pieter Omtzigt en Jack Biskop. Achteraf gezien was dat het begin van wat later het Javaberaad zou worden.”

Eind juli, aan het eind van zijn vakantie, werd Schinkelshoek gebeld door oud-premier Ruud Lubbers. „Hij zei: ‘Jan, de zaak is gekeerd. Ik word informateur, ik ga verkennen hoe we met Wilders verder moeten.’ Ik vroeg: ‘hoezo we?’ Na dat telefoontje zei ik tegen mijn vrouw: Agaath, de rapen zijn gaar.”

Ruim een week later komt het Javaberaad voor het eerst bij elkaar. Wekenlang zou het een vast stramien zijn, iedere dinsdagmiddag vóór de fractievergadering. Ferrier: „In de fractie hebben we steeds weer gezegd: dat we instemmen met onderhandelen met de PVV betekent niet dat we instemmen met het eindresultaat.”

Koppejan: „Er waren er die daar heel geïrriteerd over raakten. We hadden ingestemd met die gesprekken omdat de PVV een enorme verkiezingsoverwinning had geboekt en wij een nederlaag. Het CDA is van nature een partij die met iedereen het gesprek aangaat, daar konden wij geen nee tegen zeggen.”

Wachtkamerleden

Schinkelshoek zou door de verkiezingsnederlaag niet meteen terugkeren in de Kamer, hij stond een paar plekken te laag op de lijst. „De ‘wachtkamerleden’, de eerste vijf die niet in de Kamer terecht zouden komen, werden bij de fractievergaderingen gehaald omdat er kans op regeringsdeelname was. Ik was een van hen.” Ook hij sprak zijn voorbehoud uit.

Inmiddels waren de formatiegesprekken zo serieus dat fractieleden samen met de VVD begonnen te werken aan teksten voor het regeerakkoord.

Ferrier: „Terwijl we nog steeds bezwaren hadden, dat werd steeds moeilijker.”

Schinkelshoek: „Eind augustus sprak ik Ab Klink erop aan, hij was medeonderhandelaar namens het CDA. Ik zei: Ab, dit gaat toch niet werken. Hoe sta jij er nou in?”

Ferrier: „Iedereen dacht: na de formatie gaat Verhagen het kabinet in en dan wordt Ab fractievoorzitter. Maar van hem hoorden we nooit wat. Op 24 augustus 2010 vroeg ik in de fractievergadering of hij ook eens van zich kon laten horen. Ik denk, die komt met het verhaal dat we al weken horen: er zijn wat hobbels, maar het gaat. Maar dat deed hij niet. Ik zie hem nog zitten, naar voren buigen en zeggen: ‘het gaat helemaal niet goed’.”

De gesprekken tussen VVD, CDA en PVV werden steeds concreter. De vorming van een kabinet met gedoogsteun van de PVV lag binnen handbereik.

De partij heeft een traditie van net zolang praten tot je eruit komt

Schinkelshoek: „Ab Klink vroeg in die vergadering om een time-out. Er waren al grote zorgen in de partij, er waren open brieven geschreven. Leden oefenden druk uit op de fractie.” Ferrier: „Maxime wilde daar niet van horen, hij wilde naar zijn afspraak met de informateur.” Koppejan: „Een niet nader te noemen Kamerlid zei: Ab en Maxime moeten maar even met elkaar om tafel.”

Gegrinnik.

Schinkelshoek: „Op maandag 30 augustus kwamen we bij elkaar in Utrecht. Er waren meer CDA’ers bij, oud-minister Cees Veerman, toenmalig senator Rob van de Beeten, de politiek assistent van Ernst Hirsch Ballin en Hein Pieper. En daar hebben we, dat kunnen we nu wel zeggen, met elkaar afgestemd hoe we de partij die week zouden proberen écht op te schudden. Het moet nú, zeiden we tegen elkaar.”

De volgende dag liet Jan Schinkelshoek zijn fractiegenoten weten dat hij niet terug wilde keren in de Kamer. Klink schreef diezelfde dag een brief aan het partijbestuur, die uitlekte, en waar in stond dat politieke samenwerking met de PVV wat hem betreft was uitgesloten. Koppejan en Ferrier schreven een brief met dezelfde strekking en deelden die uit in de fractie.

Ferrier: „Het was een heftige factievergadering. Ze waren echt niet blij met ons.”

Koppejan: „We voelden geen steun, ook niet van fractiegenoten die zich ook kritisch hadden uitgelaten over de gedoogconstructie. Er werd gezegd dat wij een scheuring veroorzaakten.”

Schinkelshoek: „Het was ook niet des CDA’s, de partij heeft een traditie van net zolang praten tot je eruit komt.”

Tot die dag hadden media wel geschreven over onvrede in de fractie, maar zonder namen te noemen. Vanaf die dag waren Koppejan en Ferrier ‘de dissidenten’.

Koppejan: „Toen Ab Klink een paar dagen later zijn vertrek uit de fractie bekendmaakte heb ik het ook even overwogen. Maar ik zat als vertegenwoordiger van Zeeland in de fractie, ik vond dat ik dat niet kon maken. Hoewel ik achteraf soms wel heb gedacht: hoe wijs heb ik hieraan gedaan?”

Ferrier: „Ik heb dat echt geen moment overwogen.”

Schinkelshoek: „Het is vooral moedig dat jullie zijn gebleven ondanks de druk vanuit de partij om op te stappen.”

Ferrier: „Ik heb het heel bijzonder gevonden hoe we in het Javaberaad moeilijke afwegingen met elkaar konden delen.”

Koppejan: „We hadden steun aan elkaar. En die hadden we hard nodig, zeg ik in alle eerlijkheid, want we hadden het niet makkelijk. In de fractie niet, in de media niet. Ik heb me soms heel erg alleen gevoeld.”

Ferrier: „Het was zo prettig om dan hier even te reflecteren met elkaar. Waar staan we? Hoe kunnen we onze standpunten het best formuleren?”

Schinkelshoek: „Achteraf klinkt het als een spannend jongensboek..”

Ferrier: „Met één meisje!”

Schinkelshoek: „Met een meisje, maar op dat moment hielp het ons vooral om een heel lastige periode door te komen.”

Kolkende emotie

In oktober 2010 was er hét congres, in de Rijnhal in Arnhem met bijna vijfduizend CDA’ers die meterslange rijen bij de acht microfoons vormden om te zeggen waarom hun partij wel of juist niet met de PVV moest samenwerken. Buiten de hal keken tijdens het hoogtepunt, de stemming, nog eens ruim 1,4 miljoen mensen mee – de NOS zond de acht uur durende vergadering uit. Niet eerder hadden zoveel mensen op televisie naar een partijcongres gekeken. Bijna tweederde van de leden stemde vóór.

Schinkelshoek: „Het was kolkende emotie. In die week heb ik boze en verontwaardigde reacties gehad van partijgenoten, ook mensen die ik heel goed kende. Ze dreigden me op te hangen aan de hoogste boom.”

Ferrier: „Er was heel veel druk, zeker van mensen die onze kritiek onverstandig vonden. De boodschap was: wie denk je wel dat je bent.”

Koppejan: „Voor leden was de spreektijd één minuut. Wij hadden nadrukkelijk vooraf afgesproken dat we meer tijd kregen. Daar hield de dagvoorzitter zich niet aan toen Kathleen het woord kreeg. Het was heel bedenkelijk wat daar gebeurde.”

Na twee jaar viel het kabinet-Rutte I. Sybrand Buma werd partijleider, het CDA verloor weer fors. Ferrier vertrok uit de Tweede Kamer, om na tien jaar plaats te maken voor nieuw geluid. Koppejan wilde wel blijven, maar alleen als hij een plaats zou krijgen bij de eerste vijftien kandidaten op de lijst. Dat gebeurde niet, hij vertrok.

Koppejan: „Daarna heb ik mezelf bewust zeven jaar lang een zekere terughoudendheid opgelegd.” Vorige maand werd hij voorzitter van het CDA in Zeeland.

Herbronning

De samenwerking met de PVV heeft twee jaar geduurd, daarna zijn acht jaar verstreken. Het CDA is in die tijd weinig opgeschoten, vinden ze. Schinkelshoek: „We hebben het tien jaar lang geprobeerd over rechts en we zijn de nederlaag van 2010 nooit te boven gekomen. Het heeft niets opgeleverd. Ik zou zeggen: stop met dit experiment.”

Ferrier: „We zijn het politieke midden kwijt, de VVD zit daar nu meer dan wij. In die tien jaar hadden we kunnen werken aan een sterk christen-democratisch verhaal, waar nu zo’n behoefte aan is. Daar ligt nu een mooie taak voor [CDA-leider] Hugo de Jonge.” Schinkelshoek: „Het is tijd voor wat mijn politieke leermeester Ruud Lubbers herbronning noemde. We moeten onszelf opnieuw uitvinden.”

Het door onder meer Koppejan opgerichte „eerste ideologische netwerk” CDA Midvoor telt volgens hem inmiddels meer dan tweehonderd leden: wethouders, gemeenteraadsleden, afdelingsvoorzitters. Ferrier is ook lid, Schinkelshoek is dat vrijdag geworden. Om in het CDA erkend te worden als officieel netwerk zijn honderd leden nodig. Toch werd een verzoek daartoe afgelopen week afgewezen.

Koppejan: „Dat begrijp ik niet, ik ben er ook bijzonder teleurgesteld over. Maar we gaan gewoon door.” Een voorlichter van het CDA laat NRC eerst weten dat Midvoor niet aan de criteria voldoet, daarna dat het netwerk „een ander type is dan waar de reglementen in voorzien”.

Ferrier: „Ik heb nooit spijt gehad van onze inzet in 2010, geen moment. Ik kan me geen scenario voorstellen waarin ik het niet gedaan zou hebben. Ik denk: als je dit vervelend vindt, moet je niet in de politiek gaan.”

Schinkelshoek: „Het leven zou misschien makkelijker en aangenamer zijn geweest als we het niet hadden gedaan. Voor mij was het een kwestie van politieke geloofwaardigheid. Ik wilde mezelf in de spiegel aan kunnen kijken.”

Koppejan: „Mijn dochter Sophie is inmiddels ook actief, voor het CDJA, ik heb mijn gedachtegoed aan haar door kunnen geven. Laten zien waar je voor staat, dat was mijn drijfveer. Dan moet je soms positie kiezen, ook als het je persoonlijk niet veel oplevert.”

Reacties

Populaire posts van deze blog

De zesde Integriteits Index: de VVD heeft weer de meeste én de grootste schandalen

Wat deden het ministerie van Defensie en een Noorse zwaarwaterfabrikant in een ’kunstmest-fabriekje’ aan het Noordzeekanaal?

De nieuwe leider van LTO Nederland is radicaal – maar maakte toch een draai in het explosieve mestdossier