Wat voor land is Israël, 75 jaar na de oprichting?




Wat voor land is Israël, 75 jaar na de oprichting?


 Wat is die ‘Joodse staat in het Land Israël’ zoals die 75 jaar geleden werd uitgeroepen? Seculier, democratisch, religieus, theocratisch? Met fundamentalistische ministers aan het roer en al maandenlang honderdduizenden demonstranten op straat woedt de strijd over het karakter van Israël in alle hevigheid.

Inez Polak                                

Het is 29 december 2022. Het Israëlische parlement heeft zojuist zijn nieuwe voorzitter gekozen, Amir Ohana, lid van de Likoedpartij van premier Benjamin Netanyahu. Terwijl Ohana zijn toespraak houdt en benadrukt de burgerrechten van iedereen te zullen beschermen, kijken vanaf de publieke tribune zijn echtgenoot en twee jonge kinderen, een tweeling, trots toe.

Aan de regeringstafel wenden ministers het hoofd af, een enkeling bedekt met zijn arm een deel van zijn gezicht, zoals we tijdens corona hebben geleerd, alleen ietsje hoger, voor zijn ogen en oren. Ze willen de man, die ze vanwege de coalitiediscipline zelf zojuist tot voorzitter hebben gekozen, niet zien en niet horen. Homoseksualiteit is in hun ogen een afwijking, een ziekte die uitgeroeid moet worden. Na afloop van zijn speech geeft Netanyahu Ohana een warme knuffel. Verwarrend?

Diezelfde dag presenteert de premier zijn nieuwe regering bij president Jitschak (Isaac) Herzog.

De nieuwe minister van financiën en leider van de ultra-rechtse Religieus Zionisme Partij, Bezalel Smotrich, staat bij die gelegenheid blij kijkend op de foto. Eindelijk! Hij proeft de macht. Hij noemt zich zelfs een trotse homofoob en vindt het absoluut niet erg dat mensen hem voor fascist uitmaken. Ooit werd hij gearresteerd wegens het bezit van 700 liter benzine, waarmee hij de ringweg van Tel Aviv zou hebben willen opblazen om een stokje te steken voor de Israëlische terugtrekking uit Gaza.

Streven naar verdere kolonisatie

Zijn streven: een groot Israël, inlijving van de bezette (‘bevrijde’) gebieden – een stukje Jordanië kan er ook nog bij – liefst zonder Palestijnen; een Israël ook dat geregeerd wordt door de bijbelse wetgeving, de Tora en de Halacha, met rabbinale hoven. Als minister van financiën kan hij nu de geldstromen richting verdere kolonisatie sturen.

Zijn politieke bondgenoot, minister Itamar Ben-Gvir staat ook glunderend op de foto van de nieuwe regering. Jarenlang had hij een foto aan zijn muur van Baruch Goldstein, de kolonist die meer dan dertig moslims doodschoot in de Ibrahimi-moskee in Hebron. Voorafgaand aan de moord op premier Yitzhak Rabin, die in 1995 werd gedood door een orthodoxe student, leidde hij spreekkoren met ‘Dood aan Rabin’. Op televisie toonde Ben-Gvir trots zijn ‘buit’, het logo van de Cadillac van Rabin. “Net zoals we bij zijn auto zijn gekomen, komen we ook bij hem.’’

Zijn cv telt 53 aanklachten en zeven veroordelingen, onder meer voor het aanzetten tot racisme. Nu is hij minister van nationale veiligheid, baas van de agenten en veiligheidsdienst die hem zo vele malen arresteerden.

Premier Netanyahu grijnst, opgelucht. Na anderhalf jaar heeft hij de macht terug, al moest hij daarvoor wel een pact sluiten met partners die tot voor kort als volledig ‘onacceptabel’ golden.

Tot op het bot verdeeld

Het waren de vijfde verkiezingen in vier jaar tijd. Eigenlijk was de uitslag niet wezenlijk anders dan de vorige keren. Israël is en blijft gewoon tot op het bot verdeeld. Slechts 30.000 stemmen verschil waren er tussen de voor- en tegenstanders van Netanyahu (want over veel anders gaan de verkiezingen allang niet meer). Maar het vertaalde zich in een comfortabele zetelwinst voor Netanyahu en de zijnen dankzij de hoogmoed van links. Daar hadden ze geen lijstverbonden gesloten, waardoor er eentje de kiesdrempel van vier zetels net niet haalde.

Bij president Herzog, voormalig leider van de Arbeiderspartij, kan er zelfs voor de officiële foto voor het staatsarchief nauwelijks een lachje af. Kon hij toen al bevroeden dat deze regering onmiddellijk op ramkoers zou liggen met haar plannen het Hooggerechtshof monddood te maken en de macht naar zich toe te trekken? “Wie had ook kunnen denken dat het honderd-dagen team van de premier vormgegeven was door de Revolutionaire Gardisten van Iran”, vroeg analist Yossi Verter zich af in de krant Haaretz.

Israëls eerste premier David Ben Gurion (met jasje) zwaait in 1948 de laatste Britse troepen uit die het land verlaten.  Beeld Bettmann Archive
Israëls eerste premier David Ben Gurion (met jasje) zwaait in 1948 de laatste Britse troepen uit die het land verlaten.Beeld Bettmann Archive

Nog geen drie maanden duurde het voordat Israël aan de rand van de afgrond zou staan en Herzog uit naam van de eenheid Netanyahu smeekte zijn ‘hervormingsplannen’ te staken. Terwijl de regering haast maakte en er wetten doorheen joeg – onder andere eentje die de positie van de premier veiligstelde – trokken honderdduizenden de straat op om het rechtssysteem, hun democratische staat, te beschermen. “Er is slechts één kogel nodig om het drama te laten ontsporen”, waarschuwde de auteur David Grossman. “Maar zelfs al wordt dat nachtmerriescenario geen werkelijkheid, dan nog is Israël hier een tragische les over zichzelf aan het leren.”

Beschuldigd van fraude en corruptie

Had Netanyahu zich misrekend, had hij gedacht dat het verzet zou wegebben? Hij had immers al jaren zijn pijlen gericht op het hof (alsook op de gehele rechterlijke macht, de politie en de media) omdat hij – beschuldigd van fraude en corruptie – zich onterecht vervolgd voelde door ‘die linkse maffia’, ‘de elite’, de deep state die het altijd al op hem en zijn familie gemunt had. Nu had hij de stem van het volk achter zich en greep hij zijn kans, met behulp van politieke partners die om geheel andere redenen dat Hooggerechtshof als obstakel voor hun plannen zien.

Terug in de tijd. Het is 15 september 1948, een belangrijke dag in het piepjonge Israël: vier maanden na de oprichting van de staat vindt in Jeruzalem de inwijding van het Hooggerechtshof plaats, een van de pijlers van de nieuwe staat. Een civiel hof.

Een andere Isaac Herzog boycot de ceremonie, hij spreekt van een zwarte dag in de geschiedenis van Israël, van “een rampzalig verraad aan de joodse traditie”. Hij, de opperrabbijn, en grootvader van de huidige president, heeft jarenlang gewerkt aan het opstellen van een grondwet voor de nieuwe staat, gebaseerd op de bijbelse wetten. Hij gelooft heilig in de superioriteit van de goddelijke joodse wetgeving, in Israël als theocratie. Die grondwet is zijn levenswerk, waarbij hij overigens een bewonderenswaardige lenigheid heeft betracht om de oude wetten zo te interpreteren en te formuleren dat ze ook voor de seculiere zionisten (de overgrote meerderheid) aanvaardbaar zouden kunnen zijn.

Bij de opperrabbijn overheerst, vlak na de holocaust, het gevoel dat Israël tot taak heeft de religieuze tradities te herstellen. Voor hem is dat de essentie van Israël: een joodse staat met joodse wetten.

Beknellende religieuze regels

Het seculiere leiderschap heeft er geen boodschap aan. Veel van de zionistische leiders waren juist naar Palestina gekomen om te breken met de beknellende regels van de gelovige en door rabbijnen geleide joodse gemeenschappen in Oost-Europa. Al kregen de rabbijnen, zoals we later zullen zien, alsnog een behoorlijke vinger in de pap.

Joodse mannen tijdens een gebedsbijeenkomst in Tel Aviv, met gewapende bewaking.  Beeld AP
Joodse mannen tijdens een gebedsbijeenkomst in Tel Aviv, met gewapende bewaking.Beeld AP

Eigenlijk, zo beschrijft Alexander Kaye, auteur van The Invention of Jewish Theocracy, wilde David Ben Gurion, Israëls eerste premier, hoe dan ook geen grondwet, ook geen seculiere, democratische grondwet. Dan zouden immers allerlei zaken gedefinieerd moeten worden waarover geen overeenstemming bestond. Moesten de Palestijnen in Israël bijvoorbeeld gelijke rechten krijgen, zoals in een democratische grondwet betaamt? Een grondwet zou ook zijn macht beperken. Dus ‘voorlopig’ maar zonder.

Die grondwet is er nog altijd niet. 75 jaar later staat Israël nog steeds voor precies dezelfde vraag: wil het een moderne seculiere democratie zijn of een theocratie? Is God de opperrechter of het Hooggerechtshof? En wat zijn de rechten van burgers en minderheden, met name van de Palestijnen?

Zelf definieert en presenteert het land zich tot dusver graag als democratisch én joods. Al formuleert het Palestijnse parlementslid Ahmad Tibi het net even anders: “Ja inderdaad, Israël is joods en democratisch. Democratisch voor de Joden en joods voor de Palestijnen.”

Wat is Israël? Wie is het gezicht van Israël? Is dat Dana International, de dragqueen die het Eurovisiesongfestival won en nog altijd – juist ook door Netanyahu – prominent getoond wordt in de propagandafilmpjes over het leven in Israël? Of zijn dat nu de militante, naar fascisme riekende Smotrich en Ben-Gvir? Is het Isaac Herzog de grootvader, een vermaard geleerde, of is het kleinzoon Isaac Herzog, een tamelijk fletse president die zich ineens in een historische draaikolk bevindt?

Geavanceerd cyber-arsenaal

Of is het de historicus Yuval Harari, wereldwijd bekend door zijn boek Homo Sapiens? Harari werpt zich nu op tot spreker bij de demonstraties, en waarschuwt ook de buitenwereld, zoals in zijn interview met Buitenhof: “Israël is een regionale militaire macht met kernwapens en het beschikt over een van de meest geavanceerde cyber-arsenalen in de wereld. De nieuwe regering bestaat uit extremisten die openlijk hun racistische denkbeelden en hun expansionistische doelen uitdragen. Als zij alle macht naar zich toetrekken, kunnen ze de hele regio in vuur en vlam zetten.”

Is Benjamin Netanyahu, de langstzittende premier (vijftien jaar plus), het gezicht van Israël? Beeld ANP / EPA
Is Benjamin Netanyahu, de langstzittende premier (vijftien jaar plus), het gezicht van Israël?Beeld ANP / EPA

Of is Benjamin Netanyahu, de langstzittende premier (vijftien jaar plus), het gezicht van Israël? En wie is hij dan? De man die zegt voor liberale waarden te staan en intussen een pact met de duivel sluit om politiek te overleven en te ontkomen aan zijn processen wegens fraude en corruptie. De man die zegt met zijn hervormingen Israël democratischer te willen maken.

Of is hij de leider die al jaren bevolkingsgroepen tegen elkaar opzet, waarbij hij zich positioneert als de verdediger van de achtergestelde groeperingen, die vecht tegen de linkse maffia, de elite, de deep state? Was hij een pragmatist, zoals sommige voormalige politieke vrienden beweren, die nu zijn grip op de realiteit kwijt is? Is hij nog steeds een pragmatist die een sluw spelletje speelt?

Of staat hij eigenlijk niet zo ver af van zijn nieuwe coalitiegenoten? Is hij het diep in zijn hart eens met zijn rechts-extremistische partners? Is het geen toeval dat vrouw- en zoonlief zijn voornaamste raadgevers zijn, een zoon die vergelijkbare standpunten heeft als Smotrich en Ben-Gvir? Wat voor Israël vertegenwoordigt hij dan?

Rommelig mozaïek

Israël is een mozaïek, klinkt vaak het simplistische en eufemistische antwoord, een mozaïek van zeer diverse mensen, van groeperingen, standpunten, minderheden, Joden en Palestijnen, met geavanceerde start-ups en high-tech, met doodarme wijken, religieuze fanaten en wereldberoemde schrijvers.

Die mozaïek ligt er nogal rommelig bij, niet omgrensd – de grenzen van zijn territorium heeft Israël ook al nooit willen bepalen – met allerlei brokstukjes met scherpe randen dwars door en over elkaar heen.

De afgelopen 75 jaar heeft Israël het conflict met de Palestijnen niet weten op te lossen. De meeste Israëliërs sluiten er hun ogen voor, onder het mom dat het immers toch onoplosbaar is. Het speelt tot nu toe slechts zijdelings een rol in de grote demonstraties tegen de regeringsplannen om het rechtssysteem verder uit te hollen. Als de honderdduizenden demonstranten het eens zouden moeten worden over een oplossing voor de Palestijnen, zou de hele beweging terstond uit elkaar vallen.

Toch is het scenario denkbaar dat deze regering de confrontatie met de Palestijnen op de spits zal drijven, in Israël zelf en in de bezette gebieden, om keihard toe te slaan en tot verdere annexatie over te gaan.

Ontzettend veel veranderd

Het is te kort door de bocht om te stellen dat in die 75 jaar de basisproblemen niet zijn opgelost en er dus niets is veranderd. Integendeel. Er is ontzettend veel veranderd.

Nog voor de oprichting van de staat in 1948 had het leiderschap het op een akkoordje gegooid met de ultra-orthodoxie, omdat ze haar stem nodig had: de natie in wording moest eenheid uitstralen om de VN te laten besluiten tot de oprichting van die Joodse staat. En misschien beseften de zionistische leiders ook, zo suggereert Alexander Kaye, dat ze de ultra-orthodoxie niet geheel van zich konden vervreemden, dat ze moesten inspelen op continuïteit met de riten en symbolen uit het verleden – ook hun verleden – als basis voor hun legitimiteit en aanspraak op ‘een joods tehuis’ in Palestina.

En zo kregen de rabbijnen zeggenschap over allerlei burgerlijke zaken, van de wieg tot het graf: trouwen, scheiden en begraven worden kan in Israël alleen bij de rabbijn (of de imam en priester). Op sjabbat, de rustdag, zijn de meeste winkels gesloten en rijdt er slechts heel beperkt openbaar vervoer. Ultra-orthodoxe jongeren hoeven niet in dienst als zij de Bijbel bestuderen, ‘want ook dat dient de veiligheid van het land’. Dat laatste leek indertijd een kleine concessie aan de piepkleine ultra-orthodoxe gemeenschap.

Alleen zit daarin precies het verschil met 75 jaar geleden. De getallen en machtsverhoudingen zijn veranderd. De eens almachtige Arbeiderspartij haalt nog nauwelijks de kiesdrempel. De ultra-orthodoxie is daarentegen enorm gegroeid alleen al door het aantal kinderen dat ze voortbracht; het gemiddeld aantal geboortes per vrouw bedraagt bijna zeven, drie keer zoveel als bij seculiere Joden.

Ultra-orthodoxe gemeenschappen

Anno 2023 maken ze met 1,2 miljoen mensen bijna 14 procent van de bevolking uit. Veelzeggender: nu al groeit een kwart van alle vierjarigen op in de ultra-orthodoxe gemeenschap en binnen een paar decennia is dat 30 tot 40 procent. Ze leven in hun eigen bubbel, in hun eigen wijken, met hun eigen scholen waar kinderen voornamelijk bijbelonderwijs krijgen en slechts heel mondjesmaat enige basisvakken leren. Een sprekend voorbeeld is Bne Barak met zijn 220.000 inwoners, slechts één straat verwijderd van het ‘hedonistische, nooit slapende’ Tel Aviv.

Maar steek je de Jabotinskystraat over dan beland je in een andere planeet, waar mannen in zwarte lange jassen, met hoeden en pijpenkrullen, en vrouwen van top tot teen bedekt, veelal een kinderwagen voortduwend, hun ogen neerslaan of zelfs de straat oversteken als iemand van het andere geslacht nadert. Waar alom op de muren en lantaarnpalen rabbinale decreten hangen.

Toch heeft ook hier een stille revolutie plaatsgevonden. Kozen hun grootouders en ouders nog voor passieve segregatie, waren velen zelfs gekant tegen het zionisme en de Joodse staat (‘Want we moeten eerst de Messias afwachten’), voelen de jongeren zich tegenwoordig meer en meer deel van die staat en eisen hun plek op.

Het onderscheid met hun moderner geklede generatiegenoten die zich religieuze zionisten noemen is aan het vervagen. Die laatste groepering heeft het zionisme juist omarmd vanuit zijn religieuze overtuiging: een Joodse staat op bijbelse grondslag in een bijbels Israël.

Een groot bijbels Israël

Met name na de zesdaagse oorlog van 1967, waarin Israël veel grondgebied veroverde – Oost-Jeruzalem en het bijbelse Judea en Samaria – heeft dat idee van een groot bijbels Israël steeds sterker postgevat, met steeds meer kolonisten die het heft in eigen handen namen, hun eigen nederzettingen oprichtten, en nu stevig op het regeringspluche zitten.

Dat in datzelfde gebied op de westelijke Jordaanoever miljoenen Palestijnen wonen, is in hun ogen een ‘vergissing’. In het beste geval mogen ze blijven, als ze zich maar onderwerpen aan de Israëlische soevereiniteit.

Ook in andere sectoren laten deze religieuze zionisten zich steeds meer gelden. Zoals in het leger, dat in Israël een centrale plaats inneemt en altijd werd afgeschilderd – niet altijd terecht – als de plek waar heel Israël elkaar ontmoet, als een nivellerende kracht. Terwijl steeds meer seculiere jongeren een officierscarrière niet langer zien zitten en niet bijtekenen, kiezen religieuze jongeren juist voor de gevechtseenheden en leidersposities.

Op de Westoever is het in toenemende mate praktijk dat de kolonisten nauw samenwerken met legereenheden, bij wat zij noemen het beschermen van de nederzettingen, hetgeen neerkomt op het onderdrukken van de Palestijnen. Zo dienen de legereenheden het kolonisatieproces.

De volgende fase, stelt politiek socioloog Yagil Levy, is dat ze ook het gedachtegoed overnemen. Ben-Gvir en Smotrich hebben hun plannen al klaarliggen, waarin deze legereenheden formeel niet meer tegen Israëlische burgers (lees: kolonisten) mogen optreden, maar alleen nog tegen de Palestijnen. Met andere woorden: vrij spel voor de kolonisten als meesters van het land.

Doodstraf door steniging

In 1984 verscheen in Israël een dun boekje van de schrijver Benjamin Tammuz, De Herberg van Jeremia. Het verhaalt over een samenleving die zijn gezond verstand heeft verloren, waar religieuze groepen elkaar op brute wijze bestrijden uit naam van God. De heerschappij van het Sanhedrin (een joods gerechtelijk orgaan) is meedogenloos. De doodstraf, onder meer door steniging, is gebruikelijk, zelfs voor kleine vergrijpen. De weinige overgebleven seculieren leven in het geheim en de herberg van Jeremia is een van hun schuilplaatsen.

Op de achterflap van deze dystopie valt te lezen: ‘Het is een verhaal samengesteld uit de materie waaruit de realiteit van Israël vandaag [1984, red.] is opgebouwd. (…) Als het niet een opeenvolging van nachtmerries was, zou je erom kunnen grimlachen.’

Verderop in mijn boekenkast staat nog een licht vergeeld boek, Altneuland – het oude nieuwe land, van Theodor Herzl, de grondlegger van het politieke zionisme. Daarin schetst Herzl zijn zonnige toekomstdroom van een vrije, open en kosmopolitische samenleving, met een bloeiende industrie en moderne technologie, met burgerrechten voor iedereen.

Het is een utopie en tegelijkertijd een nostalgisch beeld van een Israël waar veel van de demonstranten naar ‘terugverlangen’ – een Israël dat nooit bestaan heeft.

Het is april 2023. Israël ‘viert’ zijn 75-jarig bestaan, de Palestijnen rouwen om hun nakba (ramp), terwijl in de woorden van David Grossman onder de grond de tektonische platen schuiven en kraken.

https://www.trouw.nl/buitenland/wat-voor-land-is-israel-75-jaar-na-de-oprichting~bb0bc92b/

Reacties

Populaire posts van deze blog

De zesde Integriteits Index: de VVD heeft weer de meeste én de grootste schandalen

Wat deden het ministerie van Defensie en een Noorse zwaarwaterfabrikant in een ’kunstmest-fabriekje’ aan het Noordzeekanaal?

De nieuwe leider van LTO Nederland is radicaal – maar maakte toch een draai in het explosieve mestdossier