De nieuwe leider van LTO Nederland is radicaal – maar maakte toch een draai in het explosieve mestdossier
- Link ophalen
- X
- Andere apps
© Jeroen Jumelet / ANP
De nieuwe leider van LTO Nederland is radicaal – maar maakte toch een draai in het explosieve mestdossier
Oud-politicus Ger Koopmans is sinds kort voorzitter van LTO Nederland, wat hem de machtigste boerenleider van het land maakt. De Limburgse CDA’er is al dertig jaar een onversneden en radicale belangenbehartiger van de intensieve veehouderij. Wat weinigen opviel, is dat hij eind april van koers wijzigde inzake de mestcrisis, waardoor Farmers Defence Force en de BBB alleen zijn komen te staan.
Wat is het nieuws?
- Het mestplan dat de LTO Nederland eind april met drie andere boerenorganisaties presenteerde, is een koerswijziging. De maatregelen uit het plan kunnen in de praktijk tot een forse inkrimping van de veestapel leiden, wat de LTO eerder onbespreekbaar vond.
- Koopmans en de LTO kregen kritiek van de radicale actiegroep Farmers Defence Force en de BBB, maar lof van politieke partijen als de VVD en het NSC. Daarmee lijkt er nu een breed gedragen meerderheid in de Kamer en daarbuiten voor serieuze ingrepen in de veehouderij.
- Koopmans omlijstte het voorstel met dreigende woorden: ‘Als het niet goedschiks kan, dan desnoods kwaadschiks.’ Die opstelling past perfect bij de man, die al dertig jaar pal staat voor de belangen van de intensieve veehouderij en de agro-industrie.
Waarom is dit belangrijk?
- Terwijl de formatie nog volop bezig is, vormen zich nieuwe coalities. In de Tweede Kamer en in de formatieonderhandelingen staat BBB er plotseling alleen voor.
Hoe heeft Follow the Money dit onderzocht?
- Follow the Money sprak met meer dan twintig mensen die de afgelopen dertig jaar te maken hadden met Ger Koopmans. Ook doken we in krantenarchieven en keken we naar Kamerdebatten van de afgelopen weken.
Terwijl half Nederland vrij was en de Tweede Kamer met reces, troffen twee mannen elkaar in het Torentje. Het waren demissionair premier Mark Rutte en Ger Koopmans, de kersverse voorzitter van LTO Nederland, de machtige lobbyorganisatie van de agrarische sector. Aan het gesprek werd geen ruchtbaarheid gegeven. In de weken daarvoor leek de verhouding tussen de twee mannen snel te verzuren.
Koopmans wordt wel de ‘kleine Napoleon’ genoemd, of de ‘Limburgse zonnekoning’. De boerenzoon uit Limburg maakte carrière binnen het CDA; hij was achtereenvolgens raadslid, wethouder, Statenlid, Kamerlid en gedeputeerde. In 2021 leidde een reeks integriteitsschandelen in Limburg tot zijn roemloze aftocht. Kortgeleden maakte hij zijn comeback als leider van de LTO, die onder druk staat van radicale clubs als Agractie en Farmers Defence Force.
Meteen na zijn benoeming eind maart liet Koopmans van zich horen. In De Telegraaf vergeleek hij boeren in de knel met slachtoffers van het toeslagenschandaal. En in vakblad Boerderij noemde hij de aanscherping van de mestnormen – waardoor het inkomen van boeren dit jaar mogelijk met een kwart daalt – ‘onverantwoord’ en een ‘ongekende dreiging’. Het ‘spel’ moet volgens hem daarom ‘hard’ worden gespeeld. In het tv-programma Nieuwsuur haalde hij uit naar het kabinet, dat zich volgens hem slap had opgesteld bij de onderhandelingen met Europa over het mestbeleid.
Rutte zei enkele dagen daarna in de Tweede Kamer gefrustreerd dat ‘die meneer uit Limburg’ de ‘politiek van de illusie aan het bedrijven is’ en dat er ‘geen enkele ruimte is om in Brussel nog iets voor elkaar te krijgen’.
‘Dan maar kwaadschiks’
Kort voor het meireces liet Koopmans opnieuw van zich horen. Als het niet ‘goedschiks’ kon – met nieuwe onderhandelingen met Brussel – dan maar kwaadschiks: het kabinet moet dan zijn eigen plan trekken en de Brusselse wetgeving negeren.
Koopmans’ stevige optreden direct na zijn aantreden leidde tot onrust onder de boeren. ‘Er ontstond een buzz in app-groepen,’ laat een anonieme bron weten. Er verschenen kritische columns in agrarische bladen. Een auteur vreesde dat de LTO zo ‘irrelevant’ dreigde te worden. Een ander zag Koopmans’ benoeming als een ‘reactionaire, niet-representatieve restauratie’, een derde typeerde zijn strategie als ‘doorgaan met schieten als je geen munitie hebt’.
Al snel draaide Koopmans bij. Eind april presenteerde LTO Nederland onder zijn leiding voor het eerst een plan dat op een inkrimping van de veestapel neerkomt.
Het laat zien wie Ger Koopmans is: een politicus die op meerdere borden schaakt. Een man met jarenlange ervaring, die van het spel houdt. Een man die ooit zei dat ‘goed kunnen liegen en toneelspelen bij de politiek hoort’ en wiens levensmotto ‘eraan, erop en erover’ is.
De komende jaren zal Koopmans een centrale rol spelen in het explosieve landbouwdossier. Wat kunnen Nederland en de Nederlandse boeren verwachten van deze ‘meneer uit Limburg’?
De jonge veeboer
Gerardus Peter Jan Koopmans (1962) is geen doorsnee boerenzoon. Hij groeide op in het Limburgse buurtschap Schandelo, onderdeel van de gemeente Arcen en Velden, en werkte vanaf zijn achttiende in het boerenbedrijf van zijn ouders Wiel en Riek.
Maar anders dan zijn vader – die vond dat ‘van politiek de boerderij naar de kloten gaat’ – was Koopmans al van jongs af aan in politiek geïnteresseerd. Als tienjarige volgde hij de televisiecursus ‘Parlement en politiek’ en spelde hij de krant, noteerde opinieweekblad Elsevier in 2003.
In Limburg had het CDA, de traditionele boerenpartij, het sinds jaar en dag voor het zeggen. Koopmans sloot zich aan. Op zijn 23e schopte hij het tot bestuurslid en campagneleider, later werd hij raadslid (1990) en wethouder (1994). In 1989 volgde een bestuursfunctie bij de lokale afdeling van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTb) en in 1992 het voorzitterschap van die club. Vanaf 1994 was hij lid van het hoofdbestuur.
‘Ger profileerde zich als wethouder enorm. Met burgemeester Frissen vormde hij een sterk koppel‘
In 1993 voltrok zich een drama in zijn gemeente: de Maas stroomde over en een dijkdoorbraak zette het centrum van Arcen grotendeels onder water. Nadat de politie, de brandweer en het leger bij de gouverneur van Limburg klaagden dat burgemeester Bert Mooren (CDA) zich laks opstelde en onbereikbaar was, ontstond grote commotie.
Het CDA had indertijd een absolute meerderheid in de raad. Koopmans en zijn collega’s dwongen Mooren te vertrekken. De burgemeester beschouwde het als een dolkstoot in zijn rug. ‘Je zou het een beest nog niet aandoen,’ zei hij.
Mooren werd opgevolgd door oud-Kamerlid Léon Frissen (CDA). Kort daarna volgden verkiezingen en de jonge, getalenteerde Koopmans werd wethouder. ‘Ger was toen al een representant van de agrarische belangen,’ zegt Lex van Marcke, die actief was voor de lokale Progressieve Kombinatie. ‘Hij profileerde zich enorm. Met burgemeester Frissen vormde hij een sterk koppel.’
‘Nogal arrogant’
In 1995 steeg het water in de Maas opnieuw. Een ramp werd afgewend doordat bewoners de dijken massaal met zandzakken verstevigden; koningin Beatrix kwam het ondergelopen dorp nog bekijken. Wethouder Koopmans betoonde zich een leider toen de paniek uitbrak. De lokale LLTb, waarvan hij voorzitter was, was goed georganiseerd en kon veel werk verzetten terwijl het gemeentehuis onder water stond. Oud-wethouder Pierre Hafmans: ‘Ger coördineerde de evacuatie van mensen en dieren in het buitengebied.’
Enkele weken later organiseerde Koopmans een bijeenkomst met landelijke CDA-kopstukken op het kasteel van Arcen. Tijdens een wandeling over de nooddijken toonden Frissen en Koopmans hen de schade van de overstromingen.
Het koppel Koopmans-Frissen kon de lokale neergang van het CDA niet voorkomen. In 1998 belandde de ooit oppermachtige partij zelfs in de oppositie. Het CDA bestuurde de gemeente jarenlang ‘nogal arrogant’, zei Van Marcke van de Progressieve Kombinatie indertijd in Trouw. ‘Het was een beetje [een] ivoren toren.’
Koopmans had inmiddels zijn ambities al verlegd; hij vertrok voortijdig uit de gemeenteraad en werd Statenlid in de provincie Limburg.
Opvallende oneliners
Na drie jaar in de Limburgse Provinciale Staten kwam Koopmans in 2002 in de Tweede Kamer. Daar groeide hij al snel uit tot de goedgebekte rechtsbuiten van de christendemocraten. ‘Politiek is vechten, vechten, vechten,’ zei hij tegen de Volkskrant.
Ook vond hij dat ‘kunnen liegen en toneelspelen’ bij de politiek hoort. ‘Als het is om een politiek doel te bereiken, dan mag je voor mij ver gaan.’ Ook ‘lekken’ naar de pers was hem niet vreemd.
Boos worden hoorde er voor Koopmans al evenzeer bij – ‘minstens drie keer per dag’ – net als opvallende oneliners debiteren, zoals ‘megastallen zijn megagoed’ en ‘ik heb stadsparken altijd al achterlijk gevonden’. En wat te denken van: ‘Als ik een konijn op de snelweg zie, dan denk ik: gas geven’. Tegen Vrij Nederland zei hij ‘vóór cliëntelisme’ te zijn. ‘Waarom zou een D66-Kamerlid het voor homo’s mogen opnemen, en ik niet voor de boeren? Dat je als Kamerlid onafhankelijk zou zijn, is de grootste onzin die er bestaat.’
Toen Follow the Money hem deze uitspraken voorlegde, zei Koopmans alleen dat de voorzitter van LTO Nederland ‘niet liegt’.
Brussels ‘mestdictaat’
Niet alleen zijn oneliners waren radicaal, ook zijn standpunten waren dat. Zo groeide hij in korte tijd uit tot ‘onverzettelijk woordvoerder mest’, zoals Boerderij na enkele maanden vaststelde. In 2005 vatte Koopmans de zaak zo samen: Nederland moest ‘op het gebied van regelgeving ten aanzien van landbouw en milieu geen voortrekkersrol’ vervullen.
Voor zijn standpunten wist hij in die jaren vaak een meerderheid te vinden.
Zo speelde Koopmans, samen met Gert-Jan Oplaat (nu senator voor de BBB, toen Kamerlid voor de VVD), een hoofdrol bij de zogenoemde stankwet, volgens hem een van de ‘kroonjuwelen voor het platteland’. Koopmans stelde dat het platteland ‘in een wurggreep’ zat, omdat veehouderijen vanwege de stankregelgeving niet konden uitbreiden. Hij kreeg de Kamer zo ver daar een einde aan te maken, met een enorme toename van stankoverlast op het platteland als gevolg.
In de zomer van 2023 kondigde het kabinet aan dat – mede naar aanleiding van uitzendingen van Zembla, gerechtelijke procedures en een reeks onderzoeksrapporten – de stanknormen zouden worden aangescherpt.
Terwijl anderen in 2005 hun verzet tegen het ‘Brusselse mestdictaat’ opgaven, kondigde Koopmans aan dat hij zou doorvechten
Met Oplaat verzette Koopmans zich herhaaldelijk tegen het door het kabinet met Brussel afgesproken mestbeleid. Niet Brussel ging over dat beleid, vond Koopmans, alleen Nederland zelf. Maar toen Oplaat en anderen in 2005 hun verzet tegen het ‘Brusselse mestdictaat’ opgaven, kondigde Koopmans aan dat hij zou doorvechten voor versoepeling van de mestregels.
Door zijn stankwet hadden veehouderijen jarenlang vrij spel op het platteland. Wellicht het grootste wapenfeit van Koopmans was de PAS, voluit de Programmatische Aanpak Stikstof. In 2009 zorgde hij er met toenmalig Kamerlid Diederik Samsom (PvdA) voor dat boeren hun veehouderij konden uitbreiden, ook als daardoor te veel stikstof in beschermde natuurgebieden zou belanden. Tien jaar later, in 2019, maakte de Raad van State een einde aan dat beleid en zo begon de stikstofcrisis, die tot vandaag voortduurt.
Niet dat Koopmans veel berouw toonde. ‘Ik zou het zo weer doen,’ zei hij direct.
Valentijn Wösten, die over de PAS procedeerde, zegt over Koopmans: ‘Hij is een gevaarlijke brokkenpiloot die een spoor van bestuurlijke vernieling heeft getrokken. Hij is slechts op één punt betrouwbaar: hij blokkeert serieuze oplossingen steevast.’
Vreugdedansje voor de PVV
De LTO heeft met Koopmans iemand in huis gehaald die vertrouwd is met de PVV en haar partijleider, Geert Wilders. Dat komt goed uit, nu Nederland afstevent op een kabinet waarin Wilders een belangrijke rol speelt.
Bij de vorming van wat het kabinet-Rutte 1 zou worden, stond Koopmans’ partij in de zomer van 2010 voor een cruciaal dilemma: moest het CDA wel of niet met de PVV samenwerken?
Koopmans was voorstander. Hij was inmiddels lid van het fractiebestuur en pakte tegenstanders intern hard aan. ‘Jullie brengen de geloofwaardigheid van de partij in gevaar,’ beet hij dissident Ab Klink bijvoorbeeld toe. Koopmans liet Klink ‘alle hoeken van de kamer zien,’ noteerde De Stentor.
Op een historisch partijcongres, dat live op televisie werd uitgezonden, besloot de partij in zee te gaan met Wilders. ‘Dit is fenomenaal’, zei Koopmans na afloop. ‘Dit is democratie in optima forma. Wat een mensen, wat een discussie.’
Toen het kabinet-Rutte I dankzij de gedoogsteun van de PVV in oktober 2010 een feit werd, deed Koopmans volgens diverse dagbladen zelfs ‘een vreugdedansje’.
‘Linkse, groene maffia’
Onder dit minderheidskabinet – VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV – beleefde Koopmans zijn gloriejaren als Kamerlid.
Het kabinet bezuinigde op natuurorganisaties en schafte – mede op voorspraak van Koopmans – de Dienst Landelijk Gebied af. Die speelde een belangrijke rol in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De ambities voor de ontwikkeling van ‘nieuwe natuur’ werden fors teruggeschroefd en voortaan moesten de provincies elk hun eigen natuurbeleid vormgeven, wat tot versnippering leidde.
Uit protest tegen dat ‘afbraakbeleid’ stond op een koude decemberdag in 2010 een groep protesterende boswachters in hun ondergoed voor de ingang van de Tweede Kamer. Op hun witte t-shirts stond: ‘Kabinet kleedt natuur uit’. Een van die boswachters was Lianne Schröder. Zij vertelt FTM dat Koopmans met andere Kamerleden naar buiten kwam om hun petitie in ontvangst te nemen. ‘Hij boog zich naar me toe en zei: “Ik ga er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat de linkse, groene maffia een kopje kleiner wordt gemaakt.”’
Tegenover Follow the Money is Koopmans er kort over: ‘Onzin. Ik heb in mijn loopbaan veel en goed samengewerkt met terreinbeherende organisaties.’
Kort na de actie van de boswachters stelde Koopmans Kamervragen aan zijn partijgenoot Henk Bleker, de net aangetreden staatssecretaris van Landbouw. Koopmans wilde weten of Bleker het ‘normaal’ vond dat medewerkers van Staatsbosbeheer – een overheidsorganisatie – betrokken waren bij zulke ‘onzinnige acties’.
Ester Ouwehand, Partij voor de Dieren
Hij heeft de landbouwkoers van het CDA gedicteerd. Ik moet het hem nageven, dat heeft hij knap gedaan
Na de val van het kabinet in april 2012 – de partijen konden het niet over bezuinigingen eens worden – vond Koopmans dat Wilders een van de beste kabinetten wat betreft land- en tuinbouwbeleid ten grave had gedragen. ‘We waren met zijn allen aan het werk op een zeer vruchtbare akker. Wilders is er nu met de bulldozer overheen gaan rijden’, zei hij.
Zijn tegenstrever in die jaren was Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren. Zij was het vrijwel altijd met hem oneens, maar zag hoe effectief Koopmans de belangen van zijn agrarische achterban behartigde. Terugkijkend zei ze: ‘Ger was de verpersoonlijking van al het slechte in het CDA. Hij heeft de landbouwkoers gedicteerd. Ik moet het hem nageven, dat heeft hij knap gedaan.’ Volgens haar heeft Koopmans niet alleen de koers van het CDA veranderd, maar ook die ‘van alle coalities waarin zijn partij heeft gezeten’.
Teruggestuurd naar Limburg
De val van Rutte-1 betekende ook het voorlopige einde van Koopmans carrière in de landelijke politiek. De nieuwe CDA-leider Sybrand Buma en partijvoorzitter Ruth Peetoom hielden grote schoonmaak. Alle CDA-kabinetsleden verdwenen van de kieslijst, inclusief oudgedienden als Koopmans.
Tegenover De Limburger deed Koopmans er later luchtig over: ‘Nadat me werd medegedeeld dat ik niet meer op de lijst kwam, was ik er binnen vijf minuten klaar mee.’
Maar volgens een CDA’er zat dat net even anders. ‘Koopmans was niet boos, nee, hij was woedend. Witheet,’ herinnert deze CDA’er zich. ‘Hij had geen goed woord over voor toenmalig partijvoorzitter Ruth Peetoom. Hij zei tegen me dat hij niet zou remmen als zij voor zijn auto de straat zou oversteken. Hij voelde zich afgedankt als oud vuil.’
‘Nooit gezegd, ik rem voor iedereen,’ reageert Koopmans.
Belangenverstrengeling
Bij Koopmans duurt het nooit lang voor hij weer ergens opduikt. Daarbij combineert hij geregeld functies, wat hem uiteindelijk zou opbreken.
Nog geen half jaar na zijn vertrek uit de Kamer werd hij voorzitter van de LTO-vakgroep kalverhouderij, dankzij zijn contacten in de agrarische wereld. Bovendien werd hij waarnemend burgemeester van het Limburgse Stein.
In 2014 was hij de ‘gedoodverfde kandidaat’ om voorzitter van de Limburgse Land- en Tuinbouworganisatie te worden. In plaats daarvan werd hij gedeputeerde, op voordracht van een CDA-commissie met daarin ook Léon Frissen, zijn oude partner uit Arcen. Hij verving een tussentijds vertrekkende CDA’er.
Koopmans vond zichzelf uitermate capabel. In een interview meldde hij inmiddels raadslid, wethouder, Statenlid, Kamerlid en burgemeester te zijn geweest en dus ‘onderhand wel een hoop ervaring’ te hebben. Hij vroeg zich hardop af of er in Nederland iemand was die ooit al deze functies had bekleed. ‘Ik ben erover gaan nadenken, en nog steeds is me geen naam te binnen geschoten.’
Meteen na zijn benoeming ontstond gedoe over belangenverstrengeling. Koopmans ging over financiën, sport en cultuur. Dat laatste onderdeel verdroeg zich slecht met zijn nevenfunctie als president van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie. Onder druk van coalitiepartner VVD zou de schutterij voortaan onder een andere gedeputeerde vallen.
‘Ontluisterend en beschamend’
Op het gouvernement in Maastricht groeide Koopmans de facto uit tot de machtigste bestuurder van Limburg. Hij kon zich onhebbelijk gedragen tegen ambtenaren en bemoeide zich als bewaker van de schatkist regelmatig met het beleid van zijn collega-bestuurders.
Zo vond hij de plannen om de dijken langs de Maas op te hogen veel te duur; bovendien zouden die volgens hem het uitzicht aantasten. Koopmans wilde daar 100 à 200 miljoen euro op besparen, wat op verzet van de Deltacommissaris en de minister stuitte.
Ook vond hij het geen goed idee om de dijken bij zijn geboortedorp landinwaarts te verleggen. NRC-journalisten Joep Dohmen en Paul van der Steen, die een boek over de Limburgse bestuurscultuur publiceerden, beschrijven hoe Koopmans een VVD-wethouder uit Venlo tijdens een receptie ‘scheldend en tierend’ over dat plan aanviel. ‘Ontluisterend en beschamend, vonden veel gasten.’
Tegen Follow the Money zegt Koopmans: ‘Inderdaad, ik was boos. Door onbezonnen planontwikkeling zouden tientallen bedrijven en woningen gesloopt moeten worden, terwijl niemand van de gemeente met betrokkenen had gesproken.’
In zijn jaren als gedeputeerde verzamelde Koopmans bijnamen als ‘de Limburgse zonnekoning’ en ‘de Limburgse Napoleon’. Hij vond dat zelf overigens ‘grote bullshit, ik heb echt niet alles te zeggen in Limburg’.
Een collega-bestuurder van het CDA ziet Koopmans eerder als een kruising tussen de Amerikaanse oud-president Donald Trump en de Russische Vladimir Poetin: ‘Het intimiderende van Trump en het ragfijne spel van Poetin, waarbij hij nooit het achterste van zijn tong laat zien en altijd een kaart achter de hand heeft.’
‘Janken over karaktermoord’
Toen na de Provinciale Statenverkiezingen op 27 juni 2019 een nieuw college aantrad, ontstond nog diezelfde dag opnieuw ophef over de integriteit van het Limburgse CDA. NRC Handelsblad en De Limburger schreven over een netwerk van Limburgse CDA’ers, waaronder Maxime Verhagen en oud-gedeputeerde Ger Driessen, die elkaar lucratieve klussen toeschoven.
Het jaar daarop volgden onthullingen over dubieuze gronddeals van oud-staatssecretaris Raymond Knops. En in 2021 was Koopmans aan de beurt. NRC kopte: ‘Het verzwegen bedrijf van de Limburgse Napoleon’. Hij had na zijn aantreden als gedeputeerde in 2014 een betaald commissariaat bij baggerbedrijf Terraq aangehouden. Het bedrijf bleek Koopmans te hebben ingezet om bij de provincie plannen in hun voordeel aan te laten passen. Volgens hoogleraar staatsrecht Paul Bovend’Eert was de provinciale gedragscode ‘met voeten getreden.’
Toen dat uitkwam, ontkende Koopmans in de Provinciale Staten dat er sprake was van belangenverstrengeling. Hij zei ook dat hij het commissariaat ‘onmiddellijk neergelegd’ zou hebben als hij van tevoren had geweten dat er ophef over zou ontstaan. ‘Het was beter geweest om te zeggen: nu niet. Ik had er beter niet aan kunnen beginnen, dat ben ik met u eens.’
Aanvankelijk kwam Koopmans daarmee weg. Maar toen in de maanden daarna ook ex-gedeputeerde Herman Vrehen (CDA) provinciale subsidies naar zijn eigen bv’s bleek te hebben doorgesluisd en de Venrayse CDA-wethouder Jan van Loonen in opspraak kwam, zegden de Statenleden het vertrouwen in het provinciebestuur op, dat vervolgens aftrad.
De onthullingen hielden na het vertrek van het college aan. NRC schreef dat Koopmans als gedeputeerde zijn ex-geliefde met miljoenen euro’s aan subsidies, leningen en opdrachten had bevoordeeld. De almachtige Limburgse bestuurder Koopmans, die ooit had gezegd voorstander van cliëntelisme te zijn, was dit keer net te ver gegaan.
Dat Koopmans wrok koesterde over zijn val en de rol van de media daarin, bleek een jaar later, toen hij de aanval opende op NRC-journalist Joep Dohmen. Een van de in opspraak geraakte CDA’ers, Raymond Knops, had een rechtszaak aangespannen tegen NRC en De Limburger vanwege hun berichtgeving over hem. In de rechtszaal trok Knops van leer tegen Dohmen, hij noemde hem onder meer ‘malicieus’. Een andere CDA’er, oud-gedeputeerde Ger Driessen, begon zelfs een ‘Joep Dohmen-meldpunt’.
Nadat Dohmen zich daarover uitsprak, stuurde Koopmans hem een appje. Hij vond dat Dohmen niet moest ‘janken over karaktermoord’. Dohmen had hem immers ‘tig keer kapot geschreven’. En dus moest Dohmen de aanvallen van Knops en Driessen maar ‘nemen als een vent’.
Knops verloor de rechtszaak overigens, terwijl Dohmen prijzen won met zijn onderzoekswerk.
Gijzeling van de hele sector
Wie dacht dat integriteitsaffaires het definitieve einde van de Limburgse zonnekoning zouden betekenen, rekende buiten Koopmans’ politieke behendigheid.
In maart 2024 verscheen hij plotseling weer op het landelijke toneel. ‘De meneer uit Limburg’ werd de nieuwe voorzitter van LTO Nederland en keerde zo terug bij zijn oude liefde, de landbouw. Die landbouw verkeert momenteel in een grote crisis, vanwege de Brusselse aanscherping van de mestnormen.
Koopmans strooide meteen zout in de wond, en zei dat hij de mislukking van het landbouwakkoord juist had toegejuicht
De verhoudingen tussen LTO Nederland en het kabinet bevonden zich inmiddels op een dieptepunt. Eerst klapte vorig jaar het landbouwakkoord, waarmee minister Piet Adema met de LTO en andere agrarische organisaties juist probeerde een maatregelenpakket samen te stellen dat boeren weer toekomstperspectief zou geven. Maar de veeboeren uit Limburg en Oost-Brabant liepen weg. Nadien beschuldigde Adema hen ervan ‘de hele sector te gijzelen’, iets waarvan de minister ‘nachten wakker had gelegen’.
Na zijn aantreden strooide Koopmans meteen zout in de wond. Hij had de mislukking van het landbouwakkoord juist toegejuicht, omdat het akkoord ‘boeren en tuinders zou hebben overgeleverd aan de grillen van de politiek’.
Media-offensief
Koopmans ging er in de eerste weken na zijn benoeming als LTO-voorzitter sowieso hard in, in een kennelijke poging de radicale boeren van Farmers Defence Force en Agractie de pas af te snijden. Weg met de Brusselse bemoeizucht, was zijn adagium. Precies wat hij – samen met oud-VVD’er Gert-Jan Oplaat – twintig jaar eerder al in de Kamer bepleitte.
De boeren moesten wat hem betreft een nieuwe uitzondering binnen de Europese mestregels krijgen
In een interview met Nieuwe Oogst, het ledenblad van de LTO, stelde hij dat boeren wat hem betreft een nieuwe uitzondering binnen de Europese mestregels moeten krijgen. Koopmans meende Brussel tot inkeer te kunnen brengen. ‘Er is een nieuwe regering in de maak met PVV, VVD, NSC en BBB. Met deze vier partijen zie ik mogelijkheden de maatregelen die in de pen zaten opnieuw te bespreken.’
Minister Adema reageerde in de Kamer getergd op Koopmans’ uitspraken. ‘Natuurlijk blijven we alle momenten en alle netwerken gebruiken om te kijken waar we ruimte kunnen krijgen. Maar nogmaals, tot nu toe is er geen beweging en als u het mij vraagt, gaat die beweging er ook niet komen.’ En als het kabinet geen maatregelen neemt, moeten Nederlandse veeboeren een deel van hun dieren wegdoen, iets wat Adema ‘te allen tijde’ wil voorkomen.
‘Waar is je realiteitszin?’
De minister kreeg op 9 april bijval; Kamerleden reageerden fel op de koers van Koopmans en de LTO. ‘Ik ben een beetje getriggerd door sommige prominente leden van de LTO,’ zei Pieter Grinwis (ChristenUnie). Harm Holman (NSC): ‘Waar is je realiteitszin?’ Thom van Campen (VVD): ‘Een treinramp in slow motion.’ Alleen Kamerlid Cor Pierik (BBB) zag nog kansen in Brussel, maar toen Van Campen hem vroeg ‘een tipje van de sluier op te lichten’, gaf Pierik niet thuis.
Na afloop van het debat verscheen Koopmans bij Nieuwsuur. Hij leek niet te beseffen dat hij alleen nog de BBB aan zijn kant had. Net als Pierik kwam hij niet verder dan vaagheden als ‘er moet perspectief voor veehouders komen’ en ‘het kabinet moet echt voor hen kiezen’. Hij pleitte voor ‘meer tijd om te komen tot maatwerkoplossingen voor de sector’ en vond dat het kabinet toch echt iets gedaan moest krijgen in Brussel.
En zo komen we bij het debat van 16 april, waarin Rutte naar Koopmans verwees als ‘die meneer uit Limburg’. In zijn nadagen als premier liet ook hij geen enkele twijfel bestaan over de Nederlandse kansen in Brussel wat betreft de uitzonderingspositie van de boeren. ‘Door te stellen dat de minister simpelweg met de vuist op tafel moet slaan in Brussel, creëren de BBB en de LTO onterecht hoop bij de boeren,’ zei Rutte. ‘Daar zit geen enkele, maar dan ook geen enkele ruimte.’
Uit een peiling bleek half april dat ongeveer de helft van de boeren Koopmans steunt. In de eerste weken na Koopmans’ benoeming verschenen er niettemin kritische columns in agrarische bladen. Eén auteur vreesde dat de LTO ‘irrelevant’ dreigt te worden. Een ander zag zijn benoeming als een ‘reactionaire, niet-representatieve restauratie’, een derde typeerde de strategie van Koopmans als ‘doorgaan met schieten als je geen munitie hebt’.
En ergens tussen zijn ferme eerste uitspraken als LTO-voorzitter, Ruttes stevige reactie daarop, het Kamerdebat waaruit bleek dat de BBB een geïsoleerde positie innam en de kritische columns, maakte de politieke overlever Ger Koopmans een draai.
Slaafjes
Want op 23 april presenteerde de LTO met drie boerenorganisaties een eigen plan om de mestcrisis op te lossen. Ze blijven erbij dat Brussel Nederland tegemoet moet komen, maar stellen ook maatregelen voor die in de praktijk kunnen leiden tot een reductie van de veestapel met liefst 30 procent.
Voorman Mark van den Oever van Farmers Defence Force veegde de vloer aan met het initiatief. Hij noemde de LTO en de andere ondertekenaars van het mestplan de ‘slaafjes’ van het ministerie van Landbouw en hekelde ‘good old CDA-boys’ als Koopmans.
GroenLinks-PvdA’er Laura Bromet is afwachtend: ‘Opeens stelt Koopmans allerlei maatregelen voor die eerder taboe waren binnen de LTO. De nood is nu zo hoog, dat hij wel moet, denk ik. Al is het wel een kwestie van “eerst zien, dan geloven”.’
De VVD en het Nieuw Sociaal Contract reageren instemmend op het plan (‘eindelijk een gevoel van urgentie bij de boeren zelf’), terwijl de BBB ‘niet enthousiast’ is, volgens anonieme BBB-bronnen in het AD.
De LTO en de andere boerenorganisaties verbinden aan de nieuwste voorstellen een belangrijke voorwaarde: als Brussel niet met hun voorstel akkoord gaat, moet Nederland zijn eigen weg gaan en de regels simpelweg ‘niet uitvoeren’. Koopmans zou Koopmans niet zijn als hij het compromisvoorstel niet met dreigende woorden zou omlijsten: ‘Als het niet goedschiks kan, dan desnoods kwaadschiks.’
Of Ger Koopmans en Mark Rutte zich met elkaar hebben verzoend tijdens hun gesprek op 6 mei is niet bekend. Een woordvoerder van Rutte zegt dat het een ‘kennismakingsgesprek’ betrof. Over de inhoud wil hij geen mededelingen doen. Koopmans zelf zegt: ‘Wij hebben een goede gedachtewisseling gehad.’
Gerelateerde artikelen
- Uit angst voor de boeren verzweeg het kabinet jarenlang de harde waarheid over de dreigende mestcrisis
- Ondanks sleutelrol in de stikstofcrisis zit Staatsbosbeheer in geldnood door structureel te lage subsidie
- Hoe komen we uit de stikstofcrisis? De zeven brandende kwesties in de landbouw
https://www.ftm.nl/artikelen/profiel-ger-koopmans
- Link ophalen
- X
- Andere apps
Reacties
Een reactie posten