CDA-leider Henri Bontenbal: ‘Deze kabinetsval is de bekroning van twee jaar complete chaos’

 



CDA-leider Henri Bontenbal: ‘Deze kabinetsval is de bekroning van twee jaar complete chaos’

Henri Bontenbal
Henri BontenbalFoto Linda Stulic
In de media werd kort na zijn aantreden gesproken van het ‘Bontenbal-effect’, volgens een peiling is Henri Bontenbal de meest gewaardeerde politicus van Nederland. Hij loopt zich alvast warm voor een nieuwe ronde. ‘Ik sluit niets uit, ook niet dat wij de grootste partij worden.’
H
enri Bontenbal (42) haat fotoshoots. ‘Ik heb er gewoon een hekel aan.’ Verontschuldigend: ‘Kijk, ieder zijn eigen professie. Maar soms denk ik: waarom nemen jullie geen oude foto’s van mij? Daar zijn er genoeg van.’ Met een Rotterdamse tongval: ‘En ik ga al helemaal geen kunstje doen, zoals Hugo de Jonge toen in het Magazine’ – hij slaat zijn ogen theatraal ten hemel.
Bontenbal wil wegblijven van opsmuk, van uiterlijk vertoon. Maatpakken van Oger, zoals Mark Rutte droeg? Schei toch uit, zijn pakken komen gewoon van Suitsupply. ‘Ik doe alles in het reces: kleding, tandarts, kapper. Ik ga altijd naar mijn vaste kapper Paul, hier op het Kreekplein. Nu is hij op vakantie, dan zit mijn haar meteen weken verkeerd.’ Bontenbal praat in die kapperszaak graag over politiek. ‘Soms polst mijn kapper tussen twee knipbeurten door bepaalde onderwerpen voor mij, zoals het vuurwerkverbod. Nou, dat vinden zijn klanten dus he-le-maal niets.’
U heeft zich begin dit jaar juist uitgesproken vóór een landelijk vuurwerkverbod. Luistert u dan niet naar uw kapper?
‘Ik vind het belangrijk om te horen hoe bepaalde onderwerpen leven. In die kapsalon zitten zulke mooie types, zoals een oude havenarbeider die zich nogal stevig uitlaat over de PvdA. Maar dat wil niet zeggen dat ik hun mening ook klakkeloos overneem.’
CDA-leider Henri Bontenbal oogt ontspannen deze lenteochtend, hij loopt op zijn sokken door de keuken om koffie te zetten voor zijn interviewers én zijn woordvoerder, die bij het gesprek zal aanschuiven. Zijn huis, een nieuwbouwwoning in Rotterdam-Zuid, is sober ingericht. Tegen de muur staat een grote boekenkast vol proza en poëzie. (‘Ik heb ook nog stapels boeken op mijn nachtkastje liggen, momenteel lees ik veel economieboeken. En De idioot van Dostojevski.’) In de hoek een piano, Bontenbal speelt zowel orgel, piano als saxofoon. Op de grond liggen de broodkruimels van het ontbijt, op tafel een gezinsbijbel.
Henri BontenbalFoto Linda Stulic
Het gesprek met Henri Bontenbal vond plaats ruim voordat het kabinet viel en nieuwe verkiezingen in aantocht zijn. Daarom hier nog vier aanvullende vragen:
‘De val van dit kabinet komt voor mij niet onverwacht. Toen Wilders zijn tienpuntenplan presenteerde, dacht ik al: hij is naar de uitgang aan het bewegen. Het gevoel is nu heel dubbel. Elke constructie met de PVV is onwenselijk, maar om nu weer een verkiezingscampagne in te gaan, daar wordt Nederland ook niet beter van. Ik hoop en verwacht ook dat er veel partijen in de Kamer zijn die zich de komende maanden constructief zullen opstellen, om die belangrijke maatregelen er toch door te krijgen, zodat we de woningmarkt vlot kunnen trekken en het stikstofprobleem kunnen aanpakken.’
U zei in het interview dat de VVD en NSC niet met de PVV hadden moeten regeren. Vindt u dat u nu uw gelijk heeft gekregen?
‘Met populistische partijen in zee gaan, heeft een prijs. Het CDA heeft die fout in 2010 gemaakt. Daarna besloten we: dit nooit meer. Maar andere partijen moesten die les kennelijk nog leren. Je zou deze kabinetsval kunnen zien als de bekroning van twee jaar complete chaos. Dít is hoe populisten te werk gaan: ze zijn niet bezig om Nederland beter te maken, maar om hun partij zo groot mogelijk te maken.’
Wat als de PVV wéér de verkiezingen wint?
‘Dat lijkt me sterk, en ik zie niet voor me hoe ze dan in een coalitie komen. Wilders wil zelf ook in de oppositie: hij wil kunnen roepen zonder verantwoordelijkheid te nemen, en als het hem te heet onder de voeten wordt, wil hij weglopen. Wij gaan in elk geval in geen enkele constructie samenwerken met de PVV.’
Kijkt u ernaar uit om campagne te voeren?
Lachend: ‘Nou ja, de grote vakantie gaat er wéér aan, natuurlijk. Maar wij hebben wel zin en energie. Eigenlijk is het CDA zich al twee jaar aan het voorbereiden op dit moment. Wij lagen helemaal in de kreukels, en zijn toen keihard gaan bouwen. En nu zien we de toekomst als partij heel zonnig in.’

Gaat uw partij de grootste worden?
‘Dat vind ik aanmatigend om te zeggen, dat moet de kiezer beoordelen. Het electoraat is wispelturig, en ik sluit niets uit, ook niet het scenario dat wij de grootste partij worden. Maar laten wij als CDA nu vooral een beetje normaal blijven doen en geen kapsones krijgen. Van ons hoef je geen gekke fratsen te verwachten. Wij gaan gewoon door op de lijn van de afgelopen twee jaar.’
Henri Bontenbal behoort tot een van de grote verliezers uit de recente politieke geschiedenis. Na een loopbaan als duurzaamheidsadviseur in de energiesector en twee jaar in de Kamer, volgde hij in de zomer van 2023 als outsider Wopke Hoekstra op. Onder zijn leiding kromp het CDA, die oude machtspartij, van vijftien naar vijf zetels. Maar al tijdens die dramatische nederlaag was er iets van een gunfactor merkbaar, een ontkiemende Bontenbal-betovering. ‘Hartstikke leuke man, slim, nog niet verpest’, zei komiek Raoul Heertje in het programma Khalid & Sophie over de toen kersverse lijsttrekker. ‘De grote leider, de toekomstige minister-president van ons land’, kondigde Marcel van Roosmalen Bontenbal aan in het satirische BNNVara-programma Van Roosmalen & Groenteman – Bontenbal mocht sindsdien meerdere keren aanschuiven.
In de podcast Radio Vrij Nederland verbaasde hoofdredacteur Sander Heijne zich onlangs over de diepe indruk die Bontenbal vorig jaar maakte tijdens de presentatie van het nieuwe Vrij Nederland, in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger. ‘Na afloop kwamen er mensen naar me toe die zeiden: ‘Je had de CDA-leider aan tafel zitten, ik overweeg nu serieus op hem te gaan stemmen. Dat kan toch niet de bedoeling van Vrij Nederland zijn?’
Uit een peiling van Ipsos I&O van april dit jaar blijkt dat Bontenbal inmiddels de meest gewaardeerde politicus is van Nederland. Kiezers zijn gecharmeerd van zijn ‘constructieve houding’ en zijn ‘fatsoenlijke stijl’, aldus de peiling. Hij roept bij linkse kiezers sympathie op met zijn groene idealen – Bontenbal werkte lange tijd als duurzaamheidsadviseur en vliegt sinds 2006 niet meer. Hij kan bovendien fel uithalen naar de PVV en diens leider. ‘Waar is uw morele kompas, meneer Wilders?’, vroeg hij april dit jaar, tijdens een Kamerdebat over ‘lintjesgate’, de weigering van minister Faber om vijf COA-vrijwilligers een lintje uit te delen.
‘Ik val gewoon vooral op door het contrast met de huidige politieke situatie’, verklaart Bontenbal zijn eigen populariteit. ‘Mensen verlangen naar normaliteit. Ze zien veel gekkigheid en opgeblazen persoonlijkheden. Ik denk dat mensen erg behoefte hebben aan politici die rustig doen en een beetje doordacht handelen.’
Bontenbal mag zich dan graag profileren als ‘the normal one’, tijdens het ruim drie uur durende gesprek aan zijn keukentafel in Rotterdam-Zuid duiken er genoeg paradoxen op. Zo is hij een rationele natuurkundige, die tegelijkertijd verlangt naar een aanraking door God. Een politiek leider die zich afkeert van de ‘gekkigheid’ in de coalitie, maar ook bereid is om deals te sluiten met datzelfde kabinet. Bontenbal wil fatsoen terugbrengen, maar moet soms door zijn vrouw Hanneke worden teruggefloten. ‘Dan ziet ze me boos worden en dan krijg ik tijdens het debat een appje: ‘Denk aan je hart, Hen’. Als ik iets van mijn integriteit dreig te verliezen, dan kijkt zij zo van: is dit wie je wil zijn?’
Dat gebeurt dus weleens?
‘Af en toe, gelukkig niet vaak. Maar dan hebben we het erover: is dit nog wel fair? Ik wil vooral niet op de man spelen, maar dat gebeurt wel massaal in Den Haag. Soms is het een dunne lijn: als je een minister wil bekritiseren, gaat het dan niet om de persoon zelf? Maar ik wil wegblijven van vieze manieren. Neem de soms ronduit pesterige moties die worden ingediend en alleen maar tot doel hebben om een andere partij te kakken te zetten.’
Henri BontenbalFoto Linda Stulic
Uw vrouw Hanneke werkte jarenlang als verloskundige in Rotterdam-Zuid. Welk maatschappijbeeld geeft zij u mee?
‘Ze geeft inmiddels les op een verloskundeopleiding, maar daarvoor werkte mijn vrouw achttien jaar in Rotterdam-Zuid. Daar kwam ze in aanraking met gewone mensen die worstelen om het eind van de maand te halen, die geen vaste verblijfplaats hebben, gebukt gaan onder een echtscheiding of verslavingsproblemen. Ik kan dan bezig zijn met een rapport van Mario Draghi of met klimaatbeleid, maar dit is de werkelijkheid van mensen die hier wonen, die iets van hun leven proberen te maken. Zij geeft mij een realitycheck.’
Toen u in de zomer van 2023 aantrad als CDA-lijsttrekker, maakten uw ouders zich zorgen. Ze waren bang dat u er ‘kapot aan zou gaan’, zei u in een interview met het AD. Waarover gingen die zorgen?
‘Ze vroegen zich af of het mij zou lukken om integer te blijven in de politiek. Mijn vader is daar best sceptisch over. Zij zagen hoe in Den Haag idealen worden verloochend. Ze waren bang dat ze de Henri die ze kenden, kwijt zouden raken. Ga je dingen normaal vinden die niet normaal zijn?’
Was u daar zelf ook bang voor?
‘Nee, ik was meer bang voor het geweld dat over me heen zou komen. Ik stond met mijn gezin op een camping in Italië toen het partijbestuur me belde met het nieuws dat ik lijsttrekker mocht worden. Ik dacht: shit, waar heb ik mezelf ingegooid? Kan ik het wel aan? Maar ik wist ook: ik heb niets te verliezen, ik heb een goed verhaal. Het CDA was toen ook al door de ergste pijn gegaan. Er was veel gezeik geweest. Het vertrek van Omtzigt, de interne discussie over Hoekstra, het vertrek van Mona Keijzer. Toen ik aantrad, voelde je echt opluchting. Het gevoel: we pakken dit verlies en gaan een nieuw fundament leggen.’
Het CDA doet het opmerkelijk goed in de peilingen, u staat momenteel op zeventien zetels. Maakt u zich op voor het premierschap?
‘Ik vind dat gek om te ambiëren; dat moet toch blijken uit een verkiezingsuitslag? Maar je moet je er wel op voorbereiden. Ik probeer het CDA weer terug te krijgen op een hele stevige positie.’
Worden afvallige CDA’ers, die onderdak vonden bij NSC of BBB, door u straks in genade opgenomen op de lijst?
Droogjes: ‘Dat zie ik niet gebeuren. Ze mogen weer lid worden, maar wij kunnen prima een lijst maken met echte CDA’ers die bij ons bleven toen het moeilijk was. Commitment aan een partij die in zwaar weer zit, vind ik belangrijk.’
Bontenbal komt uit een Rotterdams gereformeerd gezin, zijn ouders leidden een ingetogen leven op een flat in het Rotterdamse Lombardijen, met weinig geld en veel kinderen, hij is de middelste van acht broers en zussen. ‘Soms rij ik nog weleens langs die flat. Dan denk ik: hoe hebben mijn ouders dat in vredesnaam gedaan? We sliepen allemaal in stapelbedden. Mijn vader bouwde een extra muurtje in de slaapkamer om zo ruimte te maken voor een nieuw stapelbed. Het was passen en meten.’
Uw vader was cartograaf bij de gemeente Rotterdam, uw moeder werkte niet. Jullie leefden met tien mensen van één salaris. Was er armoede thuis?
‘Je merkte het aan kleine dingen. Als ik op schoolreisje ging, dan kreeg deze jongen minder geld mee dan klasgenootjes. Je merkte het ook aan vakanties. Wij gingen vaak in Nederland op vakantie, naar de Drunense Duinen of de Veluwe. Mijn oom had een Volkswagenbusje; dat leenden mijn ouders twee weken, daar propten ze ons in. Het waren altijd weggeregende vakanties, haha. Later ontdekten mijn ouders dat je ook goedkoop kon verblijven in zo’n gîte in Frankrijk.’
Uw oudere broer Wulfert vertelde dat jullie thuis geen auto hadden. Vanwege het milieu, zouden uw ouders hebben gezegd.
‘Hmm, ja, ik denk dat het meer een financiële afweging was. Mijn ouders leefden heel sober. Ik kan me niet herinneren dat ze ooit iets voor zichzelf kochten of geld besteedden aan een hobby. Er was niet veel vermaak; we hadden geen televisie. Soms liep mijn vader een rondje hard, ’s avonds las hij theologieboeken, mijn moeder las literatuur, zij is later Nederlands gaan studeren. Maar in die tijd cijferden ze zichzelf helemaal weg voor het gezin.’
Uw ouders waren lid van de Gereformeerde Gemeenten. U heeft weleens verteld dat u die dubbele kerkbezoeken op zondag niet leuk vond.
‘Welk kind vindt dat nou wél leuk? Die preken waren niet echt toegesneden op kinderen. Het was een hele dogmatische, starre invulling van het geloof, gebracht met een flinke dosis angst. Het was altijd maar de vraag of Onze-Lieve-Heer van je houdt, of je uitverkoren bent om bij hem te horen. Na zo’n sombere preek stelden mijn ouders me gerust, maar het maakt je als kind wel onzeker.’
U studeerde natuurkunde in Leiden, daar maakte u een sombere tijd door. Wat gebeurde er?
‘Ik dacht tegen het einde van mijn studietijd veel en diep na over de wereld. Martin Luther King heeft weleens gezegd: de mens is tot veel moois in staat, maar ook tot veel kwaad. Ik zat bij een christelijke studentenvereniging, daar organiseerde ik een studiekring over de Holocaust. We probeerden het van alle kanten te begrijpen; sociologisch, psychologisch, we lazen over het Milgram-experiment (dat aantoonde hoe ver mensen bereid zijn te gaan in het gehoorzamen van een autoriteit, zelfs als dat betekent dat ze anderen (denken te) moeten pijnigen, red.). In die tijd ben ik ook naar Auschwitz gegaan, dat heeft me diep geraakt. Ik denk dat het onderdeel is van volwassen worden: dat je oog krijgt voor zowel de schoonheid als de gebrokenheid in deze wereld. Maar ik kon het niet loslaten, ik kon geen rem zetten op mijn gedachten en ging malen.’
U stapte in die periode ook over naar een andere kerk, een protestantse gemeenschap. Twijfelde u aan het geloof?
‘Het hoort allemaal bij elkaar. En het kan heel mooi zijn om analytisch bezig te zijn, maar ik kwam vast te zitten. Dan lig je in bed, maar kun je niet slapen en blijft je hoofd tollen.’
Henri BontenbalFoto Linda Stulic
Bent u gevoelig voor somberte?
‘Ja. Structuur is daarom belangrijk voor mij. Daar ben ik scherp op. Goed slapen, goed eten, sporten. Anders kun je blijven malen.’
Waar ligt u het meest van wakker?
‘Dat vind ik iets persoonlijks. Het zit op het terrein van God en het geloof. Ik denk dat veel gelovigen de vraag hebben of God bestaat. Ik verlang sterk naar het geloof, maar zou Hem meer willen ervaren. Ik las laatst Op een andere planeet kunnen ze me redden van Lieke Marsman. Zij vertelt hoe zij een gevoel van aanraking heeft gehad, en daarnaar bleef verlangen. ‘Ik mis God’, schrijft ze. Ik vind dat een prachtige geloofsbelijdenis. Zo voel ik het soms ook.’
U studeerde natuurkunde. Zit die bètakant u in de weg als het om God gaat?
‘Nou ja, een letterlijke lezing van het scheppingsverhaal is niet vol te houden voor een natuurkundige, maar dat hoeft ook niet. Ik heb in Leiden les gehad van Carlo Beenakker, dat is een topwetenschapper, een natuurkundige die katholiek is. Of neem Heino Falcke, die baanbrekend onderzoek deed naar zwarte gaten en het prachtige boek Licht in de duisternis schreef, hij is ook een christen. Nee, het zit meer in mijn persoonlijkheid, ik wil altijd doorvragen, ik kan geen afstand nemen, en denken: hier krijg ik geen antwoorden op.’
Kunt u zich niet overgeven aan het geloof?
‘Dat vind ik dus moeilijk.’
In het programma Kloostergasten sprak u over het verlangen om aangeraakt te worden door God, om een teken te krijgen. Dat is tot nu toe dus nog niet gebeurd?
‘Nee. Sommige mensen zullen zeggen: je hebt het wel gehad, maar je hebt er niet naar geluisterd.’
Is de politiek de juiste omgeving voor zo’n aanraking?
Lacht. ‘Het is de meest giftige omgeving om met religieuze zaken bezig te zijn. De Kamer is diametraal het tegenovergestelde van een klooster, het is daar een opgejaagd leven, met geen enkele ruimte voor bezinning. Maar misschien is dit wel mijn roeping.’
De mensen die wij spraken, vertelden dat u ook veel piekert over klimaatverandering. Ligt u daar wakker van?
‘Jazeker. Die zorgen begonnen tegen het einde van mijn studietijd, toen kwam net dat dramatische IPCC-rapport uit. Ik besloot rond die tijd om nooit meer te vliegen en mijn studie natuurkunde in te zetten voor het probleem van klimaatverandering. Ik vind: practice what you preach. Ik wil niet met een moreel vingertje wijzen en ik ben zelf ook niet perfect. Ik eet nog steeds vlees, alhoewel ik probeer te minderen. Cabaretier Tim Fransen schreef in zijn laatste boek (In onze tijd: Leven in het Calamiteitperk, red.) over burgerschap, dat vond ik zo goed, want in sommige linkse bubbels wordt veel gepraat over sustainability, maar vervolgens vliegen mensen wel naar Bali voor een vakantie. Een beter milieu begint niet bij jezelf, maar we maken dit systeem met zijn allen, ieder heeft een eigen verantwoordelijkheid.’
Werd er vroeger bij u thuis veel over politiek gepraat?
‘Ja, dat had denk ik met mijn ouders te maken. Die hadden een uitgesproken mening, maar stonden tegelijkertijd ook altijd open voor de ideeën van anderen. Mijn vader las boeken van een nogal vrijzinnige theoloog, Karl Barth (protestantse, sociaaldemocratische Duitse theoloog, red.). Nou, dat was in zijn gereformeerde kringen echt not done. En hij ging soms ook naar Studium Generale van de Erasmus Universiteit, om daar naar lezingen van filosofen te luisteren. Als wij het niets eens waren over politieke of religieuze onderwerpen, dan moesten we dat goed beargumenteren. Dat werden vervolgens hele verbale gevechten. Er werd altijd gediscussieerd aan tafel, dat ging soms hele avonden door.’
‘Mijn ouders waren ook heel gastvrij. Wij hadden een grasveld voor onze deur, waar veel werd gevoetbald, ook door een groep Ethiopische jongens. Dan kwamen die vervolgens bij ons thuis. Ik weet nog dat ik als jongen met mijn ouders naar een Ethiopische bruiloft ging. Mijn moeder ging op een gegeven moment ook Turks leren, dat vond ze leuk, dan kon ze oefenen met onze Turkse buren. Ik heb van haar geleerd dat verschillende geloven en culturen heel goed samen kunnen gaan, als je maar een inclusieve houding hebt. Als je andersdenkenden niet wegduwt en geïnteresseerd blijft. Je moet ten diepste accepteren dat je onderdeel bent van een pluriforme samenleving.’
Als CDA-leider grijpt Bontenbal terug op klassieke christendemocratische thema’s als gemeenschapszin en normen en waarden. De partijleider, die net als ex-CDA-premier Jan Peter Balkenende nauw betrokken was bij het wetenschappelijk instituut van de partij, denkt dat die boodschap een groot electoraat kan aanspreken (‘80 procent van de Nederlanders is een latente CDA-stemmer – we willen allemaal meer fatsoen’).
Sommige critici vinden dat het CDA dat fatsoenlijke masker afzette toen de partij december vorig jaar steun gaf aan een controversiële onderwijsbezuiniging, waarvan kwetsbare groepen de dupe werden. Dit kabinet bezuinigt 1,2 miljard, onder meer op kansengelijkheid in het hoger onderwijs en op de ontwikkeling van kinderen uit arme wijken. ‘De plannen zijn niet de plannen waar het CDA voor zou hebben gekozen, dat zullen het ook nooit worden’, zei Bontenbal destijds.
Henri BontebalFoto Linda Stulic
Waarom steunt u een begroting die tegen uw overtuigingen in druist?
‘Omdat we zo veel ergere bezuinigingen hebben weten te voorkomen. We hebben de maatschappelijke diensttijd weten te redden, dat project draait om jongeren een tweede kans te geven. Wij waren bang dat er zonder onze steun ook een harde streep zou worden gezet door belangrijke onderwijsprojecten, of dat er totale chaos zou ontstaan. Het is een iets minder erge, maar nog steeds erge bezuiniging, maar ik kan die beslissing wel verdedigen aan de kiezers.’
U wilt een partij zijn van principes. Een morele kwestie die momenteel de Nederlandse samenleving bezighoudt, is de oorlog in Gaza. U kondigde eind april met collega Derk Boswijk een nieuwe, meer kritische Israël-koers aan in Trouw. Waarom heeft het zo lang geduurd voordat het CDA zich uitsprak tegen het oorlogsgeweld van Israël?
‘Als land en als partij hebben we steeds onze sterke verbondenheid met Israël benadrukt. Maar de discussie was er vanaf 7 oktober: hoe ver mag Israël gaan? Uiteindelijk gaat het om een soort morele intuïtie. En voor mij was het beschieten van die Palestijnse hulpverleners in februari zo duidelijk. Toen dacht ik: kom op jongens.’
Waarom toen pas? Er waren al zoveel instanties die zich hadden uitgesproken over het oorlogsgeweld.
Licht geïrriteerd: ‘Deze vragen suggereren dat het moreel klip-en-klaar is. Maar dat is het rottige van dit soort nare conflicten: dat is het niet. Anders hadden we op dag één de keuze kunnen maken. Aan durf ontbreekt het niet, maar ik moet mijn achterban meekrijgen. Ik ben niet effectief als er de volgende dag twintig oudgedienden in de krant zeggen: ‘Wat Henri zegt over Gaza, daar zijn wij het niet mee eens.’
Oxfam Novib-directeur Michiel Servaes zei vorige maand in Buitenhof dat politici later niet meer zullen terugdenken aan moties of begrotingskwesties, maar aan Gaza. ‘Dit is de grote kwestie waartoe Kamerleden zich individueel moeten verhouden.’
‘Servaes kan dat wel zeggen, maar een Kamerlid staat wel vaker voor moeilijke keuzes. Ik voel me zo vaak machteloos. Als ik lees wat er met Oekraïense kinderen gebeurt, die worden weggehaald en herplaatst bij Russische gezinnen. Dan heb ik dat gevoel nog erger. Dit is onze achtertuin, en wat doen we nu echt?’
‘Hadden we vocaler moeten zijn over Gaza? Misschien. Maar het is ook een complex conflict. Hamas heeft op 7 oktober iets verschrikkelijks gedaan, er zitten nog steeds gijzelaars vast, ze gebruiken hun eigen bevolking als menselijk schild, de ondergrondse tunnels zitten onder ziekenhuizen en scholen.’
Steeds meer deskundigen en organisaties zijn ervan overtuigd dat er genocide plaatsvindt in Gaza. Het NIOD spreekt van ‘genocidaal geweld’.
‘Er zijn ook deskundigen die dat niet vinden. En achter zo’n oordeel zit vaak een politieke kleur omdat er mensen met een bepaalde politieke achtergrond oververtegenwoordigd zijn. Dat is niet vreemd, maar het heeft wel als logisch gevolg dat het doorwerkt in hun handelen en uitlatingen. Wij zijn achter het Internationaal Gerechtshof gaan staan, dat stelt dat Israël alles moet doen om genocide te voorkomen. Uiteindelijk is het niet aan politici om te oordelen of er sprake is van genocide, daar moeten rechters zich over buigen. Maar wat wij zien in Gaza is erg genoeg om dit kabinet te manen in actie te komen.’
U wekt niet de indruk dat, zoals bij Mark Rutte, alle kritiek van u afglijdt.
‘Die gave heb ik helaas niet.’
U heeft het veel over normen en waarden. Begrijpt u dat uw tegenstanders u dan ook zullen aanvallen op uw eigen morele keuzes?
‘Absoluut. Op dat punt zijn we kwetsbaar. Als je de VVD wilt aanpakken, moet je beginnen over begrotingsbeleid, over veiligheid en over economie. Als je de Partij voor de Dieren wilt aanpakken, moet je aantonen dat een van de oprichters zijn hond verkeerd behandelt. Als je het CDA wilt aanpakken, dan moet je het over waarden en normen en gemeenschapszin hebben.’
Over die gemeenschapszin; vlak na de Maccabi-rellen in Amsterdam sprak u over een ‘integratiecrisis’. Dat kwam u op veel kritiek te staan.
‘Ja, ook vanuit mijn eigen partij, zeker van mensen met een migratieachtergrond. Maar er zijn ook mensen die hun wijken zien veranderen, die daar pijn bij voelen. Dat zie ik in Rotterdam, en dat heb ik willen benoemen. Mensen met een migratieachtergrond willen niet geknuffeld worden. Die zeggen vaak hetzelfde als ik: mensen moeten zich gedragen, integreren, erbij willen horen. En omgekeerd moet de gemeenschap moeite doen om mensen erbij te brengen en te houden.
‘Iemand met een niet-westerse naam heeft het nu gewoon moeilijker op de arbeidsmarkt. Ik sprak met een moeder wier zoon een Antilliaanse achtergrond heeft, en die wordt er in een supermarkt steeds uitgepikt. Die jongen zit op het vwo, haalt goede cijfers, maar is daar enorm gefrustreerd over. Die zegt: ‘Wanneer ben ik genoeg Nederlander?’ Dat raakt mij natuurlijk ook.’
U moet eerst uw achterban meekrijgen voordat u zich kunt uitspreken tegen Israël, zegt u. U steunt een onderwijsbegroting waar u tegen bent, om zo erger te voorkomen. Zijn dat niet de klassieke argumenten die Haagse politici al sinds mensenheugenis gebruiken?
‘Maar dan kunnen besluiten toch nog steeds heel moreel zijn? Ik zeg niet dat ik 100 procent zeker weet dat mijn keuze goed was, want dat moet de geschiedenis uitwijzen. Maar wat ik wél doe, is constant genoeg advies vragen en mezelf uitdagen. Ben ik integer of spelen onzuivere motieven een rol?’
‘Natuurlijk baal ik ervan dat als ik zo'n deal sluit over de onderwijsbegroting, de coalitie er nog een schepje bezuinigingen bovenop doet omdat ze extra geld nodig hebben voor de Voorjaarsnota. Wij voelen ons dan ook genaaid – om het maar even op z’n Rotterdams te zeggen. Maar maakt dat onze keuze dan minder goed? Ik denk het niet.’
Vindt u het moreel verwerpelijk dat meer bestuurlijk ingestelde partijen als VVD en NSC zijn gaan samenwerken met de PVV?
‘Zolang ik partijleider ben, zal het CDA niet samenwerken met de PVV, omdat je daarmee populisme te veel ruimte geeft. Ik kan niet voor mijzelf zeggen: dit is de waarheid voor mij, maar voor jullie geldt die niet. Dus ja, ik vind dat ze dat niet hadden moeten doen.’
Het CDA kan straks ook de asielwetten van minister Faber in de Eerste Kamer aan een meerderheid helpen. Heeft u nog vertrouwen in deze minister?
‘Het gaat praktisch gezien heel moeizaam worden, omdat deze minister niet goed in staat is om met de Kamer een volwassen gesprek te voeren. Wij hebben meegestemd met een motie van wantrouwen tegen Faber. Toch kan ik niet op voorhand zeggen: ik ga geen zaken meer doen met deze minister. Er zijn mensen die zeggen: je hebt de sleutels in handen om dit kabinet tegen de muur te rijden. Maar moet ik dat dan doen via powerplay in de Eerste Kamer? De asielketen is een puinhoop, met procedures die veel te lang duren. Ik wil dat een deel van de mensen sneller asiel krijgt en aan het werk kan, en anderen sneller worden uitgezet. Als er tussen de wetten van Faber ook voorstellen zitten om die procedures te versnellen, dan wil ik daar inhoudelijk zo goed mogelijk naar kijken.’
Maar als u straks de asielwetten van dit kabinet steunt, is er in moreel opzicht dan nog wel verschil tussen het CDA en coalitiepartijen NSC en VVD?
‘Er zit een groot verschil tussen of je samen beleid vormgeeft, of dat je in de Eerste Kamer met iets instemt of niet. Maar het is wel een duivels dilemma voor ons. Hoelang trekken we dit nog? Soms denk ik weleens: nu ben ik het spuugzat, ik ga gewoon met gestrekt been erin en eens zeggen wat ik er echt van vind.’
Waarom doet u dat nu niet?
‘Ik doe het meer doordacht. Het is niet verstandig om impulsief iets te roepen.’
VVD en NSC zullen het misschien anders zien: Bontenbal voelt zich moreel verheven, maar heeft ondertussen niet het lef om dit kabinet te laten vallen.
‘Ik voel me niet moreel verheven. Ik zeg alleen dat ik niet dezelfde keuze zou maken.’
U citeert geregeld de voormalige Tsjechische president en schrijver Václav Havel, die zei dat een politicus ‘in de waarheid’ moet willen leven. Kun je daar in dit sociale-mediatijdperk verkiezingen mee winnen?
‘Zo moeten we willen zijn. Het past niet bij onze ideologie van waarden en normen om een andere tactiek te hanteren, dat zou een zwaktebod zijn. Ik ben ervan overtuigd dat mensen dilemma’s begrijpen als je ze eerlijk uitlegt. We doen het daar niet voor, maar ik denk zelf dat er een enorm electoraal gat ligt op juist dit punt. Mensen hebben een bloedhekel aan het Haagse theater. Dat is echt nog erger dan wij in Den Haag beseffen.’
Sommige CDA’ers vragen zich af of u wel echt wilt winnen en of u dan niet veel harder moet zijn richting populisten.
‘Dat willen winnen hebben we als CDA al te vaak geprobeerd. Het leidt nergens toe. Ik wil de beste versie van het CDA laten zien. Als ik daarin slaag, heb ik al gewonnen.’
Correctie: in een eerdere versie van dit artikel stond dat de Tweede Kamer ‘achter het Internationaal Strafhof is gaan staan’. Dat moet het Internationaal Gerechtshof zijn.

CV Henri Bontenbal

10 november 1982 geboren in Rotterdam.
1995-2001 gymnasium, Wartburg College, Rotterdam.
2001-2010 studeert natuurkunde aan de Universiteit Leiden.
2007 Werkzaam bij adviesbureau DWA, gespecialiseerd in duurzaamheid.
2011 Werkt als beleidsmedewerker voor de Tweede Kamerfractie van het CDA.
2013 Zelfstandig adviseur op het gebied van duurzame energie.
2015 Senior strategieconsultant bij netbeheerder Stedin.
2018-2020 Met Remco de Boer maakt hij de podcastserie Studio Energie over energie en klimaat.
2021 Tijdelijk Kamerlid (drieenhalve maand) vanwege ziekteverlof van Pieter Omtzigt en later dat jaar nogmaals drie maanden om Harry van der Molen te vervangen.
2022-2023 Fractiesecretaris van de Kamerfractie van het CDA.
2023-heden Politiek leider CDA.
Henri Bontenbal is getrouwd en heeft twee kinderen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De zesde Integriteits Index: de VVD heeft weer de meeste én de grootste schandalen

Wat deden het ministerie van Defensie en een Noorse zwaarwaterfabrikant in een ’kunstmest-fabriekje’ aan het Noordzeekanaal?

De nieuwe leider van LTO Nederland is radicaal – maar maakte toch een draai in het explosieve mestdossier