Sjoemelen met wetenschappelijk onderzoek gebeurt regelmatig, ontdekte een hoogleraar. Wat valt daaraan te doen?

 METHODOLOGIE

Sjoemelen met wetenschappelijk onderzoek gebeurt regelmatig, ontdekte een hoogleraar. Wat valt daaraan te doen?

Onderzoekers die artikelen verzinnen of het niet zo nauw nemen met statistiek – wetenschappers voldoen lang niet altijd aan het ideaalbeeld. Maar liefst de helft snijdt weleens bochten af, ontdekte scheidend integriteitshoogleraar Lex Bouter.

Stan van Pelt    
null Beeld Luuk Smits
Beeld Luuk Smits

Met een pessimistische bril op lijken wanpraktijken schering en inslag in de academische wereld. De Tilburgse psychologieprofessor Diederik Stapel verzon onderzoeksgegevens; Fan Liu, een onderzoeker aan de Erasmus Universiteit, werkte met Oeigoeren-dna zonder duidelijke ethische toestemming; en oud-rector van de Universiteit van Amsterdam, Dymph van den Boom, nam het niet zo nauw met bronvermelding in haar werk.

Toch werd weinig onderzoek gedaan naar wetenschappelijke integriteit, merkte Lex Bouter in 2014, toen hij begon als hoogleraar methodologie en integriteit aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Daarvoor was de medisch bioloog al hoogleraar epidemiologie en rector geweest aan de VU. ‘Na drie weken had ik alle literatuur zo’n beetje gelezen. Er was nagenoeg geen empirisch onderzoek. Oei, dacht ik, is deze switch geen misgreep?’

Bijna een decennium later is dat wel anders, zegt hij in een werkkamer op de elfde verdieping van het hoofdgebouw van de VU, uitkijkend over de Nieuwe Meer en Schiphol. ‘Het vakgebied is snel gegroeid.’ Daaraan heeft Bouter zelf flink bijgedragen. Voor de Nationale Enquête Wetenschappelijke Integriteit van twee jaar geleden ondervroeg hij duizenden wetenschappers hoe zuiver op de graat ze waren – met schokkende uitkomsten. Ook schreef hij mee aan de vernieuwde Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit uit 2017. Onlangs ging de 66-jarige hoogleraar met pensioen, tijd om zijn zes belangrijkste lessen op een rij te zetten.

1. De helft van de wetenschappers gaat de fout in

‘Zo’n 4 tot 8 procent van de onderzoekers zegt in de laatste drie jaar resultaten verzonnen of aangepast te hebben. Dat cijfer komt naar boven uit tientallen vragenlijstonderzoeken, waaronder die van mijn groep. Dat type fraudeschandalen trekt de meeste aandacht, zoals bij Diederik Stapel of Don Poldermans (de Rotterdamse cardioloog die proefpersonen zou hebben verzonnen in een medische studie, red.).

‘Toch is dit soort fraude niet het grootste probleem. Dat zijn de questionable research practices, bedenkelijke onderzoekspraktijken. Daar maakt 30 tot 70 procent van de wetenschappers zich schuldig aan. Grofweg de helft snijdt dus bochten af. Althans, dat geven ze zelf anoniem aan in vragenlijstonderzoeken zoals onze Nationale Enquête. Of iedereen zo’n vragenlijst eerlijk invult weet je nooit helemaal zeker, dus het is mogelijk een onderschatting. Een voorbeeld van zo’n praktijk is dat je net zo lang analyses op je data uitprobeert totdat er eentje een verband lijkt aan te tonen. Of alleen bevindingen rapporteert die in jouw straatje passen, of afbeeldingen photoshopt. Dat compromitteert de onderzoekskwaliteit. Ik noem het daarom liever schadelijke onderzoekspraktijken. ‘Bedenkelijk’ is me te eufemistisch.’

2. Perverse prikkels verzieken het systeem

‘Niemand gaat het onderzoek in om eens lekker te frauderen, maar je moet in de praktijk tussen lastige dilemma’s navigeren. Wat goed is voor de waarheidsvinding is niet altijd goed voor je loopbaan. Deugdelijk onderzoek kost tijd, en regelmatig zijn de uitkomsten niet zoals gehoopt. Zulke negatieve resultaten krijg je lastiger gepubliceerd in hoogstaande tijdschriften, en die publicaties heb je nu juist nodig voor je carrière. Dat verhoogt de druk om dingen mooier op te schrijven dan ze zijn.

‘Mensen gaan denken dat veel publiceren het doel is; goede wetenschap bedrijven verdwijnt naar de achtergrond. In Zuid-Afrika, waar ik de afgelopen jaren vaak kwam, zag ik dat van dichtbij. Daar begon de overheid na de apartheid universiteiten per publicatie te betalen. Nou, dat heeft haar veel geld gekost. Het aantal publicaties steeg gigantisch. Ondertussen blijkt dat in sommige disciplines meer dan 40 procent van de artikelen plagiaat bevat.’

3. De jeugd heeft de toekomst

‘Je moet wetenschappers breder beoordelen dan alleen op het aantal publicaties. Wat voor feedback krijg je op je manier van begeleiden? Hoe ben je als docent? Heb je je datasets met anderen gedeeld en heb je hen vervolgens geholpen? Zijn je bevindingen in de maatschappij toegepast? Zo krijg je een veel diverser beeld.’

Dat sluit aan bij ‘Erkennen en waarderen’, het plan van universiteiten voor een nieuw beoordelingssysteem. Tegelijkertijd zijn de hoogleraren die bepalen wie een aanstelling krijgt zelf komen bovendrijven in het ‘perverse’ systeem, waarbij vooral publicaties in prominente tijdschriften tellen. En veel universiteiten wilden uiteindelijk niet meedoen aan Bouters enquête naar wetenschappelijk wangedrag.

‘De academische wereld is conservatief. Tegelijkertijd zie ik wel verandering, dankzij jonge mensen die hiervoor pleiten, bijvoorbeeld in De Jonge Akademie (de jonge variant van wetenschapsgenootschap KNAW, red.). Drie oud-leden daarvan zijn inmiddels rector of collegevoorzitter van een universiteit: Jeroen Geurts aan de VU, Annelien Bredenoord in Rotterdam en Rianne Letschert aan Maastricht University.

‘Ik zet mijn hoop ook op een andere manier van publiceren die nu opkomt, de registered reports. Daarbij stuur je alleen je onderzoeksaanpak ter beoordeling naar een tijdschrift, voordat je de studie uitvoert. Wordt die goedgekeurd, dan mag je je resultaten na afloop publiceren, of ze nu je hypothese bevestigen of onderuithalen. Tijdschriften en subsidieverstrekkers kunnen dit soort veranderingen afdwingen, net zoals ze doen met het delen van onderzoeksgegevens.’

Hoogleraar integriteit en methodologie Lex Bouter. Beeld VU
Hoogleraar integriteit en methodologie Lex Bouter.Beeld VU

4. Rolmodellen zijn cruciaal

De situatie op de werkvloer is vaak weerbarstig, zeker in toplabs waar ambitieuze begeleiders liefst baanbrekende resultaten zien. Ga daar maar eens tegenin.

‘Goede rolmodellen zijn van ongelooflijk belang. Je hebt twee soorten begeleiders, zagen wij in onze enquête. De ene groep is van het type supervison for survival. Zij trainen mensen om succesvol te worden in de wetenschap onder de huidige spelregels. Het zijn degenen die zeggen dat je statistiek en analyses een beetje naar je hand moet zetten, om zo gunstig mogelijke resultaten te vinden.

‘De andere groep is van het type verantwoordelijke begeleider. Die kant zegt: wetenschap draait niet om jou, maar om het vinden van het juiste antwoord. Uit ons onderzoek bleek ook dat mensen die zo’n begeleider hadden veel minder vaak fraude pleegden of bedenkelijk gedrag vertoonden.’

5. Transparantie, transparantie, transparantie

‘Wetenschappers moeten beter communiceren over hoe ze te werk gaan én over hun fouten en vergissingen. Transparantie is de enige weg voorwaarts, ook intern: je moet je data en analyses door collega’s laten controleren. Mensen over je schouder laten meekijken is misschien eng, maar wen er maar aan.

‘De bedenkelijke praktijken waar ik het eerder over had, moet je weghalen uit de hoek van de integriteitsonderzoeken. Wetenschappers moeten die fouten kunnen erkennen zonder angst voor ontslag of een berisping. Het doel moet zijn om ervan te leren en te zorgen dat het daarna niet meer gebeurt. Deze manier van ‘veilig’ incidenten kunnen melden werkt als een tierelier. Toen de medische sector het ging toepassen, daalde het aantal medische missers fors.

‘In de praktijk organiseer je dat met een kwaliteitscommissie die interne audits doet, bijvoorbeeld. Zo’n controlesysteem heb ik zelf ingesteld in het Amsterdam UMC bij het instituut Primary care and public health, toen ik begon als hoogleraar epidemiologie. Op andere plekken, zoals gezondheidsinstituut Nivel, gebruikt men dit ook. Iedereen op een afdeling heeft roulerend corvee. Zo was ik betrokken bij een audit van een project dat door het hele land peuters woog. Hoe vaak controleren jullie de betrouwbaarheid van die weegschalen eigenlijk, vroeg ik. Toen werd het stil. Dat hadden ze nog nooit gedaan! Het bleek dat de ene weegschaal andere waarden aangaf dan de andere.’

6. Klokkenluiders zijn nodig, maar niet te benijden

‘Laat duidelijk zijn: voor ernstige misdragingen als datafabricage en andere regelrechte fraude blijven integriteitsprocedures nodig. Maar dan moet iemand wel aan de bel trekken.

‘Klokkenluiders zijn nooit populair, ook al hebben ze gelijk. Je moet sterk in je schoenen staan. Maar anoniem klagen is soms ook een optie. Of naar een onderzoeksjournalist stappen.

‘In de Verenigde Staten gaat het verder, daar kan een wetenschapper de bak indraaien. Ik ben er geen voorstander van: het hindert het op dagelijkse basis melden en bespreken van kleine incidenten om ervan te leren. Natuurlijk moeten mensen ook sancties opgelegd kunnen krijgen, maar voorkomen is beter dan genezen.’DE REALITEIT EERLIJK MELDEN

Veel proeven mislukken, dat is de dagelijkse onderzoeksrealiteit. Een manier om dat beeld ook in publicatie te laten zien, is het zogeheten ‘registered report’. Hierbij beoordeelt een wetenschappelijk tijdschrift een studie als publicabel op basis van de studieopzet, dus voordat de studie is uitgevoerd. Waar 96 procent van de onderzochte reguliere artikelen in psychologietijdschriften positieve bevindingen meldde (die de verwachte hypothese bevestigde), was dat percentage bij vergelijkbare registered reports 44 procent, liet een Eindhovense studie vorig jaar zien.DRIE GERUCHTMAKENDE ZAKEN

Diederik Stapel. ‘Misschien wel de grootste oplichter binnen de academische wereld’, noemde The New York Times de Tilburgse hoogleraar sociale psychologie. Hij bedacht eerst conclusies (‘Vleeseters gedragen zich hufteriger dan vegetariërs’), en vulde vervolgens zelf onderzoeksvragenlijsten in. Tientallen publicaties bleken zo verzonnen. In 2011 ontmaskerden drie medewerkers zijn fraudepraktijken, waarna Stapel zijn doctorstitel moest inleveren.

Lorenza Colzato. Deze Leidse hoogleraar cognitieve psychologie verzon onderzoeksdata, liet co-auteurs weg op publicaties en liet bloed afnemen bij proefpersonen zonder ethische toestemming. In zeker vijftien artikelen had ze gefraudeerd. Welke precies, wilde de integriteitscommissie niet bekendmaken. Ze werkt inmiddels in Dresden verder als onderzoeker.

Leo Kouwenhoven. In 2018 leek de Delftse natuurkundeprofessor een bijzonder deeltje ontdekt te hebben, dat de basis kon vormen van een revolutionaire quantumcomputer van Microsoft. In de bijbehorende Nature-publicatie hadden de auteurs echter data weggelaten die de ontdekking onderuithaalden. ‘Verwijtbaar onzorgvuldig’ gedrag, oordeelde de landelijke integriteitscommissie.


https://www.volkskrant.nl/wetenschap/sjoemelen-met-wetenschappelijk-onderzoek-gebeurt-regelmatig-ontdekte-een-hoogleraar-wat-valt-daaraan-te-doen~bf860d4d/

Reacties

Populaire posts van deze blog

Look closely and you'll see Jared Kushner's cynical ‘deal of the century’ for Palestinians in action

Liquidatie advocaat van kroongetuige Nabil B. werd ‘nooit voor mogelijk gehouden’

De moeizame strijd tegen de ongrijpbare glazenwassersmaffia