Waarom slaap niet alleen maar gezond is en andere inzichten van de slaaphoogleraar die zelf vaak wakker ligt
NEUROWETENSCHAP
Waarom slaap niet alleen maar gezond is en andere inzichten van de slaaphoogleraar die zelf vaak wakker ligt
Slaap kan ook ongezond zijn, ontdekte slaaponderzoeker (en voormalig gitarist van The Scene) Eus van Someren. Nu is de hoogleraar op zoek naar een pil tegen die ongezonde slaap.
Als Eus van Someren de hele nacht wakker heeft gelegen, spreekt hij zichzelf de volgende ochtend weleens toe. Zeker, het voelt alsof hij geen minuut is weggedommeld, maar waarschijnlijk heeft hij in werkelijkheid meer geslapen dan hij denkt.
Het lijkt er namelijk op dat wakker liggen en slapen samen kunnen gaan. Het ene deel van het brein kan druk zijn met piekeren, terwijl het andere deel slaapgolven vertoont op de EEG-meting. Het is een van de verrassende inzichten die Van Someren en zijn onderzoeksgroep de afgelopen jaren hebben opgedaan.
Al meer dan dertig jaar doet de 62-jarige hoogleraar onderzoek naar slaap en – vooral – slapeloosheid. Dat doet hij hoofdzakelijk aan het Nederlands Herseninstituut waar hij leiding geeft aan zijn eigen in slaap gespecialiseerde onderzoeksgroep. Daarnaast onderzoekt hij slaap als bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit en het Amsterdam UMC.
OVER DE AUTEUR
Kaya Bouma schrijft voor de Volkskrant over psyche, brein en gedrag. Ook schrijft ze over de geestelijke gezondheidszorg.
In zijn eerste jaren als onderzoeker, toen nog voor de Universiteit van Amsterdam, liet Van Someren zich ’s nachts weleens insluiten in het slaaplab om onderzoek te kunnen doen. Stiekem, want de hoogleraar die er over ging, vond slaaponderzoek verspilling van geld en tijd.
Inmiddels beschikt hij over zijn eigen slaaplab, een paar deuren verwijderd van zijn kantoor. Vorig jaar haalde hij 2, 5 miljoen euro aan Europees onderzoeksgeld binnen voor onderzoek naar het verband tussen angststoornissen en slapeloosheid.
Lange tijd combineerde Van Someren zijn academische werk met een muzikale carrière. Hij was veertien jaar gitarist in de rockband The Scene, die in de jaren negentig doorbrak met hits als Blauw en Iedereen is van de wereld. Doordeweeks was hij wetenschapper, in het weekend was hij nachtenlang op pad voor optredens.
Achteraf gezien is die ongebruikelijke en slopende combinatie misschien wel een van de redenen dat hij nu ook behoort tot de groep naar wie hij onderzoek doet, zegt Van Someren. Na jarenlang af en aan slecht en dan weer goed geslapen te hebben, behoort hij zelf officieel tot de grote groep slechte slapers: mensen die minimaal drie maanden lang zeker drie nachten in de week slecht slapen. Slapelozen hebben moeite met inslapen of worden midden in de nacht wakker om vervolgens uren wakker te liggen.
Dat is niet alleen slecht voor de fysieke gezondheid (het verhoogt onder andere het risico op diabetes, obesitas en hartproblemen), maar misschien nog wel schadelijker voor de mentale gezondheid, blijkt uit het onderzoek van Van Someren. Slechte slapers hebben bijvoorbeeld twee keer zoveel kans een depressie te ontwikkelen als mensen die goed slapen.
Hoe is het eigenlijk gesteld met de slaap van de gemiddelde Nederlander? Zijn we slechter gaan slapen sinds de komst van smartphones?
‘We hebben een paar jaar geleden voor de Hersenstichting een groot onderzoek gedaan naar de slaap van Nederlanders. We zagen toen dat het met de slaapduur redelijk oké gaat. De meeste mensen nemen genoeg tijd om te slapen. Het probleem is de kwaliteit van slaap. Al jaren geldt dat een op de tien mensen een slechte slaper is, dat is veel als je bedenkt hoe je daaronder kunt lijden en wat de gezondheidsrisico’s zijn.
‘Waar we in dat onderzoek van schrokken was hoe jong de slaapproblemen al begonnen. We dachten altijd dat insomnie bij de meeste mensen pas rond hun 30ste of 40ste begint. Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen, waarom precies weten we niet. In dit onderzoek zagen we dat jonge meiden, al vanaf 14 jaar, al ernstige slaapklachten kunnen hebben.’
Slapelozen krijgen vaak te horen dat ze moeten leren zich te ontspannen. U ergert zich daaraan.
‘Slechte slapers krijgen vaak een label opgeplakt: jij bent gewoon een neuroot, je moet je niet zo druk maken. Dat stoort me mateloos. Wérkte het maar zo. Tegelijkertijd vind ik wel dat je iedereen de kans moet geven om te kijken of je kunt leren je te ontspannen, want het kan sommigen helpen.’
U deed een belangrijke ontdekking over slaap nadat jullie proefpersonen karaoke hadden laten zingen. Wat heeft dat met slaap te maken?
‘Daar ging jaren van onderzoek naar slapeloosheid aan vooraf. Toen ik begon, hield ik me bezig met de biologische klok. Mijn idee was dat daar iets mis mee moet zijn bij slapelozen. Nou, dat viel dik tegen. Het lijkt nauwelijks een rol te spelen. Er zijn nog een paar andere structuren in het brein die ook te maken hebben met slapen en daar vonden we ook nooit wat. Na jaren onderzoek stond ik met lege handen.
‘Uiteindelijk vonden we dat we de oorzaken van slapeloosheid moeten zoeken in het emotionele deel van het brein. We zagen dat mensen die slecht slapen cognitief nog prima functioneren, al voelt dat vaak niet zo en kost het meer moeite. Slapeloosheid heeft een veel grotere invloed op emotioneel functioneren, op hoe mensen zich voelen. Ze kunnen emotioneel ontsporen.
‘Om meer te weten te komen over het verband tussen die emotionele problemen en slapeloosheid wilden we onze proefpersonen van slag maken en vervolgens in ons slaaplab laten slapen. Meestal doen onderzoekers dat door enge plaatjes te laten zien. Een plaatje van een slang, een spin, een duister figuur met een pistool. Ik zat daar ter voorbereiding naar te kijken, en ik vind zelf spinnen en slangen ook niet leuk, maar dit deed me helemaal niets.’
En dus lieten jullie mensen naar hun eigen valse gezang luisteren?
‘Uit mijn tijd bij The Scene weet ik hoe het kan zijn als je met z’n allen in de studio staat en je voor je gevoel lekker hebt gespeeld, tot je jezelf terug hoort. Als de geluidstechnicus na afloop alleen mijn spoor afspeelde, liepen de rillingen soms over mijn rug, zó slecht vond ik mezelf dan klinken. Dat diepe, fysieke gevoel van schaamte, daarnaar was ik op zoek.
‘Daarom lieten we onze proefpersonen karaoke zingen. We hadden bewust moeilijke nummers uitgekozen: het kerstlied Gloria in excelsis Deo, bijvoorbeeld. Dat speelden we vervolgens heel langzaam af en we zorgden dat proefpersonen zichzelf nauwelijks hoorden. Het gevolg was dat vrijwel iedereen kneitervals ging zingen.
‘Een poosje later gingen diezelfde mensen dan in de MRI-scanner en speelden we alleen hun eigen gezang af. Ze wisten dat wij met een ploegje van drie of vier onderzoekers meeluisterden. Dat werkte als een trein: we konden zien hoe het klamme zweet ze uitbrak en hun hartslag omhoog ging. In het brein zagen we het limbische circuit, dat belangrijk is voor emoties, bam, oplichten.
‘Na een nacht slaap in ons slaaplab herhaalden we de test in de MRI-scanner. Een deel van de proefpersonen reageerde de volgende dag niet meer zo sterk op hun eigen valse gezang. Een nacht slaap had ze goed gedaan. Bij een deel was de reactie even sterk, maar er was ook een deel dat het de volgende dag nog erger vond zichzelf terug te horen.
‘Dat was de groep die ook slecht sliep. We zagen dat zij een onrustige remslaap hadden gehad, dat is de slaap waarin je de meeste levendige dromen hebt. Die mensen schoten er als het ware steeds in en weer uit.’
Slaap is niet alleen maar gezond, concludeerden jullie. Er bestaat ook zoiets als ongezonde slaap. Hoe werkt dat?
‘Ja, eigenlijk is dat een raar inzicht. We zijn allemaal opgegroeid met de gedachte dat slaap altijd goed voor je is. Hoe meer hoe beter, denken we. Dat blijkt anders te zitten. Gezonde, geconsolideerde remslaap is een unieke toestand in het brein. Het lichaam maakt even helemaal geen noradrenaline aan, een stof die bepaalt of bepaalde verbindingen tussen hersenen worden verzwakt of versterkt. Dat is van belang bij het verwerken van emotionele herinneringen.
‘Tijdens rustige remslaap kan je brein de emotionele lading van een beladen herinnering als het ware afpellen, denken we. De volgende dag weet je nog steeds dat je iets hebt meegemaakt, maar je voelt er niet meer die sterke emotie bij. Dat gebeurt niet bij mensen die een rusteloze remslaap hebben, zij voelen zich de volgende dag juist nog slechter.’
Waarom was dat zo’n belangrijk inzicht?
‘Het wordt de laatste jaren steeds duidelijker dat slecht slapen een belangrijke risicofactor is voor allerlei vormen van emotionele ontregeling: dat kan een angststoornis zijn, een depressie, suïcidaliteit of posttraumatische stressstoornis. Met die rusteloze remslaap hebben we eindelijk iets gevonden over hoe dat komt. Het biedt ook een nieuwe ingang om farmacologisch iets te proberen. We gaan kijken of we een pil kunnen maken die de remslaap rustiger krijgt.’
U bent zelf ook niet altijd een goede slaper, hebt u weleens gezegd in interviews.
‘Ik had vroeger weleens een paar slechte nachten, maar ik had ook perioden dat het beter was. Die perioden worden steeds schaarser. Ik ben inmiddels echt een slechte slaper. Ik moet wel zeggen dat mijn functioneren overdag doorgaans goed is, al heb ik af en toe zo’n dag dat ik zo brak wakker word van de slechte nacht dat er niets uit mijn handen komt.’
Hoe komt het dat u slecht slaapt?
‘Ik heb als kind een paar jaar stevige nachtmerries gehad. Dat is een risicofactor voor slecht slapen. We weten dat je voor slapeloosheid genetische aanleg kunt hebben. Mijn moeder had het ook flink, misschien speelt dat mee. Ik denk dat die tropenjaren, waarin ik tegelijkertijd wetenschapper was en in The Scene speelde, ook niet goed zijn geweest voor mijn slaapritme.
‘In de wetenschap begint de werkdag om 9 uur of eerder, in de artiestenwereld is het normaal om vanaf een uur of 6 ’s morgens richting bed te gaan. Voor die tijd moet je aan het nachtleven deelnemen.’
Dat deed u ook?
‘Zo weinig mogelijk, maar soms had ik geen keuze. We hadden succes in België en als we daar een vroeg optreden hadden, waren we om middernacht klaar. Ik wilde dan naar huis, maar de rest had dan zoiets van: heb je die drankkast wel gezien? Later ben ik pensionnetjes gaan boeken, maar het blijft roofbouw.’
Het lijkt me als slaaponderzoeker extra frustrerend om wakker te liggen. U weet als geen ander hoe ongezond dat is.
‘En met een terugwerkende kracht ga je ook dingen herkennen. Ik ben op een gegeven moment een depressie ingedoken. Dat was in 1997, toen ik nog in The Scene speelde. Ik denk dat het een combinatie was van alles: ik was al geen goede slaper en ik pleegde jarenlang roofbouw op mijn slaap.
‘Ik ben daar uiteindelijk uitgekomen, onder andere dankzij een goede therapeut en door te gaan hardlopen. In het begin heel kleine stukjes: 50 meter, tot aan het eind van de straat. En dan de volgende dag 60 meter.’
U hebt zelf dus meegemaakt hoe slapeloosheid tot een depressie kan leiden, precies waar uw onderzoek over gaat.
‘Ja, ik voldoe eigenlijk veel te veel aan het stereotiepe beeld van wat de risico’s zijn van slecht slapen. Maar ik denk daar niet veel over na. Ik vind mezelf een geluksvogel. Muziek maken is mijn grote passie, ik heb dat jarenlang kunnen doen. En ik heb ook mijn droom wetenschapper te worden kunnen waarmaken. Ik doe werk dat ik mateloos fascinerend vind. Wie kan dat nou zeggen? Dat ik slechte nachten heb, tja, het zou inderdaad nog mooier zijn als ik die niet had.’
Is er hoop voor die grote groep slechte slapers? Er bestaat cognitieve gedragstherapie voor insomnie, maar dat werkt niet bij iedereen. Artsen hameren op het gevaar van slaappillen: ze raken na een tijdje uitgewerkt en ze zijn verslavend.
‘Ik heb dat in het begin ook allemaal geroepen: slaappillen lossen het probleem niet op. Maar ik denk steeds vaker: wat nou als je steeds wakker ligt en cognitieve gedragstherapie voor insomnie helpt niet? Want die therapievorm (die draait om het aanpakken van gewoonten en gedachten rondom slaap, red.) lost maar bij twee op de vijf slechte slapers de problemen op.
‘Slapelozen die bij ons komen, zeggen soms: ik trakteer mezelf op twee goede nachten slaap per week met een pil. Wat is daar eigenlijk mis mee? Iemand die structureel slecht slaapt, glijdt misschien wel af in een depressie. Als je die diagnose eenmaal hebt, en dat is nog veel ontregelender voor jezelf en je gezin, dan krijg je antidepressiva voorgeschreven. Die mag je rustig vijf tot tien jaar slikken.
‘Is dat dan beter? Dat soort medicatie heeft ook bijwerkingen. Ermee stoppen wordt nogal eens afgeraden. Ik denk dat we te snel zijn met het veroordelen van slaappillen, maar daar sta ik grotendeels alleen in.’
Zelf bent u bezig een nieuw soort slaappil te ontwikkelen. Hoe staat het daarmee?
‘We gaan op verschillende manieren kijken of we die onrustige remslaap kunnen aanpakken bij slechte slapers, zodat ze uit de spiraal kunnen komen van slecht slapen en nog slechtere dagen. De aanvraag voor de medisch-ethische toetsingscommissie ligt er, we hebben het geld voor onderzoek binnen weten te halen. We gaan met een internationale groep onderzoekers aan de slag.’
Hoelang nog voordat die nieuwe slaappil bij de apotheek ligt?
‘Zo’n proces gaat erg langzaam. Ik hoop de komende vijf jaar te laten zien dat we iets in handen hebben dat werkt.’
Slechte slapers hebben een vergroot risico op psychiatrische aandoeningen zoals depressie, angstklachten en posttraumatisch stresssyndroom, blijkt uit onderzoek van Van Someren en zijn collega’s. ‘Niet alle slapelozen zijn hetzelfde, maar bij sommige typen slapeloosheid zien we dat de helft zo’n stoornis gaat ontwikkelen.’
In de praktijk wordt er volgens de slaaponderzoeker nog te weinig gedaan met die kennis. ‘Zeker driekwart van de mensen met een angststoornis slaapt slecht, weten we. Maar toen ik een paar jaar geleden een in angst gespecialiseerde hoogleraar psychiatrie vroeg wat ze doet met dat gegeven, was het antwoord: slaap? Ik werk met angst, niet met slaap. Toen dacht ik: hier moeten we iets mee.’
Van Someren en zijn collega’s hebben een onderzoek opgezet. Mensen met een angststoornis die op de wachtlijst staan voor een behandeling, kunnen zich aanmelden bij het slaapregister, een onlineplatform voor slaaponderzoek van het Herseninstituut. Van Someren: ‘In het onderzoek kijken we naar de rol van slaap in hun behandeling voor angst. Wie beter slaapt heeft ook meer profijt van een behandeling, is de gedachte.’
Reacties
Een reactie posten