‘Meneer Herzog gooit de Palestijnse burgers op één hoop met Hamas. Daarmee valt hij in zijn eigen zwaard’

 

‘Meneer Herzog gooit de Palestijnse burgers op één hoop met Hamas. Daarmee valt hij in zijn eigen zwaard’

Jurist Ulli d’Oliveira.Beeld Aurélie Geurts

‘Microscopisch, maar zinvol’, noemt jurist en Holocaust-overlevende Ulli d’Oliveira zijn protestactie tijdens de toespraak van de Israëlische president Herzog bij de opening van het Holocaustmuseum. ‘Je moet waakzaam blijven voor nieuwe vormen van volkerenmoord, anders verzaak je.’

 en  

H

ij had onrustig geslapen die nacht, gespannen over wat komen ging. Zo vroeg Ulli d’Oliveira zich af of ze hem zouden fouilleren bij de ingang van de Portugese Synagoge, en of hij dan wel binnen zou komen. Ook piekerde hij over de protestactie zelf. Zouden ze hem in de kladden grijpen wanneer hij het A4’tje in de lucht stak? En ging hij dan de cel in?

De 90-jarige jurist had het pamflet voor de zekerheid in drievoud afgedrukt. Het eerste exemplaar bewaarde hij bij zijn toegangsbewijs, het tweede schoof hij – geïnspireerd door krimi’s – in zijn sok en het derde gaf hij aan zijn vrouw, die het in haar blouse verstopte. Toen stapten ze in de tram.

Rond een uur of elf arriveerde het echtpaar bij de synagoge aan het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam. Ze sloten aan in de rij. D’Oliveira werd niet gefouilleerd.

Eenmaal binnen nam hij plaats aan de zijkant van de zaal, van waaruit hij zag hoe de koning, premier Rutte, de Oostenrijkse bondspresident en andere hoogwaardigheidsbekleders arriveerden. Na het welkomstwoord schuifelde Isaac Herzog naar voren. De Israëlische president nam plaats achter het spreekgestoelte en begon met zijn toespraak.

Dit was het moment waarop d’Oliveira had gewacht. Hij grabbelde een van de drie pamfletten uit zijn binnenzak, vouwde het open, stond op en hield het in de lucht. Om hem heen draaiden hoofden zijn kant op.

‘Haat in de ogen’

Twee weken later wil de eigenzinnige d’Oliveira aan zijn eettafel in Amsterdam graag vertellen over zondag 10 maart, de dag waarop het Nationaal Holocaustmuseum geopend werd. Want zijn stilzwijgende protest in de Portugese Synagoge werd die dag overstemd – nee, overschreeuwd – door de demonstranten buiten.

In de dagen daarop ging het in de media alleen dáárover. Of de leuzen die gescandeerd werden antisemitisch waren, of de protesten de waardigheid van het moment hadden aangetast, of burgemeester Halsema ze had moeten voorkomen. Twee groepen werden daarbij tegenover elkaar gezet: de genodigden ín de Portugese Synagoge, onder wie Holocaustoverlevenden, en de demonstranten buiten, ‘met veel haat in de ogen’, aldus De Telegraaf.

Ook daarna bleef Nederland worstelen met de oorlog in Gaza. Zo verstoorden pro-Palestijnse activisten vorig weekend een concert van zangeres Lenny Kuhr, die in eerdere interviews aangaf achter Israël te staan en wier kleinzoon in het Israëlische leger dient. De betogers maakten haar uit voor terrorist en zionist. In de Tweede Kamer en op sociale media spraken politici van een antisemitische actie. Vrijwel alle fracties ondertekenden een verklaring tegen Jodenhaat.

In de snelkookpan van protest en emotie is de nuance steeds de grote verliezer. Dat niet elke kritiek op de staat Israël antisemitisch is, bijvoorbeeld. Dat de actiegroepen die zich het leed in Gaza aantrekken heel divers zijn, in aanpak, stellingname en toon. Dat er ook Joodse organisaties zijn die demonstreren.

In die dynamiek kreeg ook het verhaal van een Holocaustoverlevende die in de Portugese Synagoge tegen de aanwezigheid van de Israëlische president protesteerde weinig aandacht.

Glazen kubus

Hans Ulrich Jessurun d’Oliveira – roepnaam: Ulli – is emeritus hoogleraar migratierecht en een van de naamgevers van het advocatenkantoor Prakken d’Oliveira, bekend van grote mensenrechten- en milieuzaken.

In zijn jonge jaren schreef hij voor studentenblad Propria Cures en literaire tijdschriften als Tirade en Merlyn, waarvoor hij grote Nederlandse schrijvers interviewde. Zijn huis verraadt een leven tussen de boeken. De bibliotheek bedekt een van de wanden in de woonkamer en loopt via de gang door naar zijn werkkamer, waar hij zich nog geregeld ‘als een heremietkreeft’ verschuilt om boeken en opiniestukken te tikken.

De uitnodiging voor de opening van het Holocaustmuseum dankte d’Oliveira in zekere zin aan zijn vader. Jaap d’Oliveira, van huis uit fotograaf, moest tijdens de Tweede Wereldoorlog als Joodse dwangarbeider op Schiphol werken. Op een dag bracht hij een souvenir mee naar huis, een glazen kubus die na de oorlog door het gezin werd gebruikt als asbak, presse-papier ‘of voorwerp om naar iemands hoofd te gooien’.

Later bleek het om een landingsbaanreflector te gaan. Deze reflector maakt nu, samen met een vals identiteitsbewijs van Jaap d’Oliveira, deel uit van de collectie van het Holocaustmuseum, als symbool van de dwangarbeid.

Kort en bondig

Dat Herzog een toespraak zou houden bij de opening van het museum, hoorde d’Oliveira een paar dagen voor de opening. In de uitnodiging stond het niet, in het programma evenmin. Hij moest het uit de krant vernemen. Vanwege de veiligheid was de komst van de president niet eerder bekendgemaakt.

D’Oliveira was verbijsterd. Die man, daar, op dat moment. Hoe was dat in godsnaam mogelijk? ‘Je gaat er toch niet heen?’, vroeg zijn 27-jarige bonusdochter. Een halve dag gepieker volgde. Hij vond dat hij niet met de hoogste representant van de Israëlische staat in één ruimte kon zijn, zeker niet bij de opening van het Holocaustmuseum. Maar ja, wegblijven voelde ook niet goed, met die spullen van zijn vader in de vitrine.

D’Oliveira bedacht een plan. Hij kroop achter zijn computer, opende Word, zette de lettergrootte op 72 en stoeide wat met woorden. De tekst moest kort en bondig zijn, vond hij. En uiteindelijk stond dit op zijn scherm: ‘MR Herzog is President of the Genocidal State of Israel’.

Het pamflet dat D’Oliveira in de lucht hield in de Portugese Synagoge tijdens de toespraak van Isaac Herzog.Beeld Aurélie Geurts

D’Oliveira besprak zijn actie met niemand, behalve met zijn vrouw. En nee, zij probeerde hem niet tegen te houden, zegt hij aan de eettafel. ‘Integendeel, ze was best een beetje trots op me.’

Vrijgesteld van deportatie

Het mag in zekere zin een wonder heten dat d’Oliveira de oorlog overleefde. Zijn vader was volledig Joods, zijn uit Duitsland afkomstige moeder had een Joodse vader. ‘Volgens de Duitse sommetjes hadden we allemaal vermoord moeten worden’, zegt hij.

De jonge Ulli, nog geen 10 jaar oud, zag vanuit hun huis in de Amsterdamse Rivierenbuurt hoe steeds meer buren tijdens razzia’s werden weggevoerd. Zelf hadden ze ook ‘de rugzakjes in de gang staan’.

Dat ze nooit meegenomen werden, danken ze allereerst aan het feit dat zijn moeder ‘haar dode Joodse vader wist te verdonkeremanen’, zoals d’Oliveira het noemt. Toen iedereen zijn Joodse ouders en grootouders moest laten registreren, liet ze haar overleden vader onvermeld. Haar huwelijk werd zo een gemengd huwelijk, haar kinderen half-Joods en niet driekwart.

Wat ook meespeelde, was het feit dat de familie d’Oliveira tot de Portugese Joden behoorde. De Portugese Joden hadden bij de Amsterdamse fysisch-antropoloog Arie de Froe een rapport besteld waarin beweerd werd dat zij niet voldeden aan de fysieke kenmerken die de nazi’s voor Joden hanteerden en derhalve niet echt Joods waren. ‘Daardoor kwam mijn familie op een lijst terecht’, zegt d’Oliveira. ‘We waren voorlopig vrijgesteld van deportatie.’

Uiteindelijk ‘platzte’ de lijst, zoals hij het noemt – er ging een streep door en op 1 februari 1944 werden alle Portugese Joden afgevoerd. ‘Mijn vader heeft mijn grootouders nog gewaarschuwd, want hij had lucht gekregen van de razzia. Ze sloegen de waarschuwing in de wind en zijn gedeporteerd. Uiteindelijk werden ze in Auschwitz vergast.’

Historicus Jaap Cohen promoveerde in 2015 op deze familiegeschiedenis. In De onontkoombare afkomst van Eli d’Oliveira beschrijft hij het leven van Ulli’s grootvader. Opa en kleinzoon leken erg op elkaar, merkt Cohen op. Zo hadden ze beiden ‘een ongebreidelde behoefte om te leren’ en ‘schuwden ze de confrontatie niet’.

D’Oliveira’s ouders ontsprongen uiteindelijk de dans – vanwege dat gemengde huwelijk. Wel moest zijn vader als dwangarbeider op Schiphol werken. ‘Bomtrechters dichten.’

Weldadige rust

In de Portugese Synagoge draaide d’Oliveira het pamflet een beetje in het rond, zodat zo veel mogelijk aanwezigen konden zien wat hij erop had geschreven.

Dit moest een stil protest zijn, had hij van tevoren bedacht. Dat paste bij de gelegenheid en bij de locatie. En bovendien vond hij het een krachtig signaal, zegt hij. ‘In het oude Rome zeiden ze: cum tacent clamant – hoewel zij zwijgen, schreeuwen zij het uit. Dit was mijn stilzwijgende uitroep: Herzog is de president van een genocidale staat.’

Zenuwen voelde hij niet, zegt hij. Sterker nog: er kwam een weldadige rust over hem heen terwijl hij daar stond. Toen hij rondkeek, zag d’Oliveira hoe een cameraman van de NOS hem in het vizier kreeg. Hij toonde zijn pamflet, in de hoop dat ook de kijkers thuis iets van zijn protest zouden meekrijgen.

Al die tijd liet de beveiliging hem zijn gang gaan. Niemand kwam op hem af, niemand overmeesterde hem, niemand zette hem de deur uit.

Amalek

Tijdens het interview haalt d’Oliveira het genocideverdrag tevoorschijn, dat hij bewaart in hetzelfde plastic mapje waarin ook het A4’tje van het protest zit. ‘Ik ben ervan overtuigd dat het Internationaal Hof van Justitie uiteindelijk zal beslissen dat het een geval van genocide betreft’, zegt hij daarna. ‘En dat ze dat eigenlijk nu ook al plausibel vinden.’

Hij kent de tegenargumenten. Dat Israël handelt uit zelfbescherming. ‘Maar dat kan óók genocidaal zijn’, zegt hij. Of dat het alleen gaat om Hamas. ‘Meneer Herzog zegt zelf dat alle Palestijnen schuldig zijn, omdat ze niet zijn opgestaan tegen Hamas. Hij gooit de burgerbevolking dus op één hoop met die organisatie. Daarmee valt hij in zijn eigen zwaard.’

D’Oliveira verwijst naar de kreet die de Israëlische premier Benjamin Netanyahu gebruikt bij het aanmoedigen van de troepen: ‘Amalek.’ Amalek is volgens de Bijbel de stamvader van de Amalekieten, een volk dat uitgeroeid moet worden. ‘Spaar ze niet, maar dood alles en iedereen’, zegt God in het boek Samuel. ‘Mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.’

Netanyahu doelt volgens hem met Amalek op de Palestijnen in Gaza. Kijk maar naar de bombardementen, de verdrijving van veel mensen en de schaarse toevoer van voedsel en medicijnen. ‘De opzet is hiermee bewezen.’

En ja, zegt hij, daarom was het zo ongepast dat Herzog welkom was bij de opening.

Met opgestoken zeilen

D’Oliveira stond er uiteindelijk een minuut, misschien minder. Toen ging hij weer zitten. Om hem heen zag hij positief geknik, blikken waaruit hij concludeerde dat zijn actie goed was. Maar direct na de plechtigheid beende ook een kennis op hem af. ‘Met opgestoken zeilen’, zegt d’Oliveira. ‘Hoe kon ik de nagedachtenis aan mijn grootouders bezoedelen? Ik had nota bene struikelstenen voor ze laten leggen in de De Lairessestraat. Hij was razend.’

Die kennis was de 82-jarige Samuel de Leeuw. ‘Ik heb me inderdaad behoorlijk opgewonden toen ik hem zag opstaan’, zegt hij telefonisch. ‘En na afloop vertelde ik hem dat hij zich dood moest schamen. Ik zat daar om familieleden te herdenken die tijdens de Shoah zijn vermoord. En dan gaat hij daar met zo’n papiertje zwaaien. Daarom heb ik even in zijn gezicht geblaft. Maar volgens mij kan hij daar wel tegen.’

‘Kijk’, zegt d’Oliveira, ‘ik sta er ook als jurist in. Dan kun je niet anders dan protesteren tegen wat Israël de Palestijnen aandoet. Je moet waakzaam blijven voor nieuwe vormen van volkerenmoord, anders verzaak je.’

Niet polariseren

Na de lunch in het Joods Museum wandelde d’Oliveira naar het Nationaal Holocaustmuseum en de Hollandsche Schouwburg. Onderweg zag hij opnieuw de demonstranten, die – voor zover hij het kon beoordelen – niets tegen het museum hadden, maar wel tegen de komst van Herzog. ‘Zonder die meneer was er geen demonstratie geweest.’

Hij wilde naar de demonstranten toe, om ze een hart onder de riem te steken. Maar dat mocht niet van de politie. ‘Ik moest niet polariseren, zeiden ze. Maar ik was juist aan het depolariseren. Toen heb ik mijn pamflet weer omhooggehouden.’

Later in het museum liep d’Oliveira de directeur van het Joods Cultureel Kwartier, Emile Schrijver, tegen het lijf. ‘Ik heb hem op de hoogte gesteld van mijn actie’, zegt hij. ‘Hij was er niet ongelooflijk blij mee, maar vond wel dat ik het volste recht had zoiets te doen.’

‘Wie ben ik om te zeggen dat het niet mag?’, zegt Schrijver desgevraagd. ‘Het is wat anders als mensen gaan schreeuwen of roepen, zoals deze week bij dat concert van Lenny Kuhr. Dan verstoor je het voor iedereen. Maar een stille uiting van protest moet je niet willen tegenhouden. Gelukkig mag dit in Nederland.’

Thuis keek d’Oliveira de NOS-registratie van de plechtigheid terug. De beelden die de cameraman van hem had gemaakt, bleken niet te zijn uitgezonden. En ja, daar baalde hij van. ‘Ik wilde een statement maken. Anders had ik net zo goed thuis kunnen blijven.’

Slachtofferrol

De protesten van de afgelopen weken en de politieke ophef daarover volgde d’Oliveira van een afstandje, zegt hij. Hij constateert dat er ‘duidelijk sprake is van oplaaiend antisemitisme’ in Nederland, maar dat het begrip antisemitisme ook geregeld ‘misbruikt’ wordt. Het gaat dan niet om Jodenhaat, zegt hij, maar om aanklachten tegen de Israëlische staat of de Israëlische politiek. ‘Sommige Joodse groepen meten zich een slachtofferrol aan.’

De 90-jarige jurist Hans Ulrich (Ulli) Jessurun d'Oliveira in zijn werkkamer in Amsterdam.Beeld Aurélie Geurts

De reactie van de politiek vervult hem met verbazing. ‘Het is allemaal gekef in de Tweede Kamer. Ze vliegen met groot geweld op elk incident. Ik ben bang dat dit leidt tot een inperking van het demonstratierecht, of pogingen daartoe. Het zal ze niet lukken, vanwege het Europese mensenrechtenverdrag. Het is allemaal veel geschreeuw en weinig wol.’

Waarom dat is? ‘Het lijkt of ze elkaar proberen te overtroeven in deugdzaamheid’, zegt hij. ‘Ze willen laten zien hoezeer ze antisemitisme verafschuwen. Misschien speelt daarbij ook een collectief schuldgevoel mee. Nederlanders deden weinig toen de Joden werden gedeporteerd. De mensen stonden erbij en keken ernaar. Nederland heeft relatief de meeste Joden verloren.’

Onderstroom

D’Oliveira had geen andere optie, zegt hij: wilde hij bij de opening aanwezig zijn, dan moest hij van zich laten horen, al was het stilzwijgend.

De vraag die nu resteert, is of zijn protest zin heeft gehad. ‘In het grote geheel gaat het natuurlijk om een microscopisch dingetje, want het ging overal alleen over het geschreeuw buiten’, zegt hij. ‘Maar toch: dat er van binnenuit ook iemand heeft gedemonstreerd, met adhesie, maakt dat het zinvol was.’

Er moet volgens d’Oliveira altijd sprake zijn van een onderstroom in de maatschappij, een onderstroom van ‘malle idioten’ die een afwijkend of onwelgevallig geluid durven te laten horen. Zo worden veranderingen in gang gezet. ‘Dat is het idee geweest achter alle dingen die ik in mijn leven heb gedaan.’

REACTIE NOS

De NOS bevestigt dat een cameraman de protestactie van Ulli d’Oliveira heeft geregistreerd. De regisseur, die continu schakelt tussen camerastandpunten, besloot de beelden niet in de live-uitzending te tonen omdat dit te veel zou afleiden van de toespraak van de Israëlische president Isaac Herzog. ‘Het was een journalistieke afweging’, aldus een woordvoerder. Beelden die de montage niet halen, worden niet opgeslagen.

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/meneer-herzog-gooit-de-palestijnse-burgers-op-een-hoop-met-hamas-daarmee-valt-hij-in-zijn-eigen-zwaard~b16bc2c2/#:~:text=Daarmee%20valt%20hij%20in%20zijn%20eigen%20zwaard',-Jurist%20Ulli%20d&text='Microscopisch%2C%20maar%20zinvol'%2C,de%20opening%20van%20het%20Holocaustmuseum.

-----------------------------


Hulde voor ons aller Ulli....!

(en voor alle andere Ulli's in de wereld, die zich in krachtige bewoordingen tegen de genocidale staat Israel durven uit te spreken...) 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Look closely and you'll see Jared Kushner's cynical ‘deal of the century’ for Palestinians in action

Liquidatie advocaat van kroongetuige Nabil B. werd ‘nooit voor mogelijk gehouden’

De moeizame strijd tegen de ongrijpbare glazenwassersmaffia